Andalusië ligt in het uiterste zuiden van Spanje. Het is in het noorden begrensd door Extremadura, Castilië-La Mancha en Murcia en in het westen door buurland Portugal. Het zuid-oosten ligt aan de Middellandse Zee en aan het zuid-westen de Atlantische Oceaan. Andalusië grenst ook aan Gibraltar, het Britse gebied in Spanje, dat ook een bezoekje waard is. Andalusië is een toeristisch zeer interessant gebied omdat het een schat aan culturele bezienswaardigheden herbergt, een zeer zonnig klimaat heeft, mooie witte dorpen en daarnaast ook prachtige stranden biedt. Kortom, van strandvakantie tot culturele ontdekkingstocht is hier mogelijk, en dat alles met heerlijk eten en drinken erbij. Het binnenland is wat minder bekend, maar zeker niet minder mooi. De contrasten zijn groot, van eeuwige sneeuw tot een dorre woestijn, van dorre kale vlaktes tot moerassen en beschermde natuurgebieden. Hier wordt sherry gemaakt, komen de beste hammen vandaan, zijn de tapas uitgevonden en is de olijfolie van de beste kwaliteit. | → Antequera → Arcos de la Frontera → Baeza → Camino del Rey → Carmona → Córdoba → El Rocio → Granada → Jerez de la Frontera → Mijas → Mojácar → Ronda → Sevilla → Úbeda → Zahara de la Sierra |
inwoners: 5.719
In Andalusië liggen veel kleine witte dorpjes, meestal gelegen op de top van een heuvel. Dit werd vroeger gedaan om de bevolking te beschermen tegen de invallen van piraten, die niet alleen op zee, maar vaak ook het binnenland introkken om te plunderen. Eén van de kleinere witte dorpjes is Algodonales met 5600 inwoners. Algodonales ligt in de provincie Cádiz, op een klein uurtje rijden onder Sevilla. Het ligt in het natuurpark Sierra de Grazalema, één van de mooiste natuurparken van Zuid-Spanje. In en rond het dorp zijn archeologische vondsten gedaan uit de 2e eeuw voor Christus.
Ondanks dat Algodonales moet bestaan van de landbouw, heeft het toch wel een aantrekkingskracht op toeristen. Zo kun je hier bijvoorbeeld zowat het hele jaar door paragliden, dit door de altijd aanwezige windstromen. Doordat de wind zo gunstig is vind je hier ook een populatie gieren die je vaak vergezellen tijdens een vlucht!
inwoners: 6248
Van de Romeinen die hier in het begin van onze jaartelling waren is alleen nog een oud badhuis over. Op 2 kilometer van de stad ligt over de rio nog een oude Romeinse brug. De warmwaterbronnen, waar Alhama zijn naam aan dankt, werden later ook weer gebruikt door de Moren. Alhama was één van de laatste plekken waar de Moren het hebben volgehopuiden tegen de Katholieke Koningen, maar in 1482 werden de moskeen vervangen door kerken. Na de middeleeuwen raakte de stad in verval en toen de troepen van Napoleon langs kwamen werd het er ook al niet beter op. Of dit nog niet genoeg was trof een zware aardbeving in 1884 de stad en werden de helft van de gebouwen verwoest.
Het dorpje heeft tal van monumenten uit een roemrijk verleden. Om er enekele te noemen; la iglesia de la Encarnación is een kerk die meteen na het vertrek van de Moren werd gebouwd op de moskee. De iglesia del Carmen uit de 16e eeuw met daarnaast de overblijfselen van het Convento de Carmelitas, het Convento de San Diego en de 17e eeuwse iglesia de las Angustias.
Waar je speciaal je fototoestel voor moet meenemen is het uitzicht over de canyon aan de rand van het dorp. Door erosie van de rio Alhama gevormd en in het voorjaar de amandelbomen in bloei, een prachtig plaatje.
inwoners: 24.249
De stad dankt zijn naam aan de Arabieren, die het “Alhaurin” noemden, de Katholieke Koningen voegden later ”el Grande” er aan toe om het te onderscheiden van de naburige stad van Alhaurín de la Torre na de verovering van beide steden in 1485. Er is een 12e eeuwse Moorse boog, de Arcos de Cobertizo. Onder het kleine plein voor het stadhuis, de Plaza del Ayuntamiento, zijn drie Romeinse zuilen die ontdekt in de buurt van Fuente del Sol. Alhaurin heeft gelukkig haar oude karakter weten te behouden en heeft enkele interessante bezienswaardigheden.
inwoners: 22.964
Bij Almonte rijd je door de Madre de las Marismas, het bovenste gedeelte van het Parque Natural de Doñana.
Het Doñana is een beschermd natuurgebied in Andalusië met een oppervlakte van zowat 55.000 hectare. De grootste uitbreiding van de marismas (moerassen met brak water) gebeurt in de winter wanneer grote hoeveelheden watervogels in het park aankomen, een aantal dat de 200.000 kan bereiken. In het Parque Natural de Doñana zijn 6 bezoekerscentra, open het hele jaar. Er liggen zoutmeren en lagunes, de “marismas”. Er overwinteren hier o.a. flamingo’s, ganzen, kraanvogels en ooievaars. In het droge gedeelte staan kurkeiken en komen wilde zwijnen en herten voor. Het is de enige plaats in Europa waar de lynx en de mangoeste voorkomen. Almonte zelf heeft een paar interessante gebouwen zoals:
inwoners: 13.342
De geschiedenis van Alora gaat terug tot de prehistorie in de Hoyo del Conde, iets meer dan een kilometer van de stad. Door de ecologische omgeving (de jacht, het water en de natuurlijke bescherming) ontdekten de Feniciërs de commerciële mogelijkheden van het gebied. Zij bouwden de fundamenten van het kasteel, die later door de Romeinen zou worden versterkt. Het kasteel werd later vergroot door de Moren, tijdens hun verovering van Spanje. Álora werd het bolwerk van de opstandige Umar ibn Hafsun in de tijd van het emiraat van Córdoba. De katholieke koningen probeerden vele malen naar de stad te veroveren, maar waren daarin alleen succesvol in 1484.
Tegenwoordig gaat het er allemaal wat vriendelijker aan toe. Het witte dorp, met bijna 14.000 inwoners, heeft steile straatjes met witte huisjes, is gastvrij en vriendelijk. Eén van de oude ambachten die uit deze stad komen zijn de castagnetten, het ritme-instrument bij de flamingo.
inwoners: 38.885
Andujar is bekend om zijn olijfolie en zijn aardewerk potten, de Alcarrazas of Botijos. Dit zijn poreuze aardewerk potten, die het water koel houden bij het heetste weer, ze worden gemaakt van een witachtige klei gevonden in de buurt.
Andújar ligt op de plaats van de vroegere Iberische stad Ilturgi, die werd verwoest in de Punische Oorlogen. De stad heeft een bloedige geschiedenis tijdens de Burgeroorlog. Het nabijgelegen Santuario de Nuestra Señora de la Cabeza werd zowat een jaar belegerd en het beleg had vele slachtoffers.
inwoners: 41.620
Antequera is een redelijk grote stad in de provincie Malaga. De stad ligt aan de voet van de bergketen El Torcal en El Arco Calizo Chimenea. De stad Antequara is qua oppervlakte de grootste van de provincie Malaga en zelfs een van de grootste van Spanje. De stad stamt al uit de Romeinse tijd, maar had toen de naam Anticaria. De vondsten uit die tijd zijn te vinden in het Museo Municipal. Een ander museum is het Conventual de las Descalzas, hier hangen schilderijen en beeldhouwwerken van Alonso Cano en Pedro de Mena.
De stad kijkt uit over een vruchtbare vallei en zijn ligging is zeer indrukwekkend. Daarnaast bezit Antequera een aantal prachtige bezienswaardigheden.
Het nabijgelegen natuurreservaat van El Torcal is beroemd om zijn vreemdgevormde kalkstenen rotsen, het is één van de belangrijkste karstlandschappen in Europa. De rotsen zijn in duizenden jaren grillig gevormd door wind en water. De horizontale groeven zijn soms zo diep, dat het lijkt alsof de rotsen bestaan uit op elkaar gestapelde schijven en ieder moment om kunnen vallen. Samen vormen ze een stenen doolhof met smalle steegjes en paden waarop je makkelijk verdwaalt. En met een beetje fantasie zie je de meest vreemde figuren in de rotsformaties. Vanuit Antequera kun je via de A-7075 El Torcal gemakkelijk bereiken. Er is aan de zuidkant een (doodlopende) weg die eindigt op een parkeerplaats van waaruit je een mooie wandeling door dit vreemde gebied kunt maken.
inwoners: 8.705
Ten oosten van de A92 ligt Archidona, dat interessant is onder andere om zijn 18e eeuws plein, het Plaza Ochavada. Dit ongewoon achthoekige plein werd gebouwd in de Franse stijl.
inwoners: 31.410
Arcos de la Frontera is één van de pueblos blancos. Deze dorpen liggen op versterkte plaatsen boven op heuvels zodat de inwoners veiliger waren voor bandieten en zeerovers die het binnenland introkken. Ze heten pueblos blancos omdat de dorpen in Moorse stijl waren witgekalkt.
In de tijd van de Moren werd het dorp Medina Arkosh genoemd. Maar zelfs in de Romeinse tijd was de heuvel al bewoond onder de naam Arcobriga. Daar is de huidige naam, Arcos, van afgeleid. De toevoeging ‘de la frontera’ is doordat het dorp lang in het grensgebied tussen de Moren en Christenen heeft gezeten. In deze regio hebben veel dorpen deze toevoeging.
Sommige reisgidsen spreken over Arcos als de mooiste van de Pueblos Blancos met een betoverende uitzicht over het dal.
Het dorpje is een labyrint van smalle straatjes met wit geverfde huisjes. Op het Plaza de España staat de Parador National waar wij met de Kerstdagen in 2003 waren, volop zon en 20 graden.
Het uitzicht van de Parador Arcos de la Frontera
De legende wil dat Arcos is gesticht door Noach, maar het ligt meer voor de hand dat het de Iberiërs waren. In de Romeinse tijd heette de stad Arcobriga en onder het kalifaat van Córdoba was dit moorse steunpunt Medina Arkosh. Met Pasen kan je hier voor de Torro de Aleluya uit rennen. Veel steden hebben, in het gebied waar ook Arcos ligt, ‘de la Frontera’ in hun naam. Dit wijst op een grens die hier ooit liep. Het was de grens tussen het gebied dat gecontroleerd werd door de Arabieren en het gebied dat gecontroleerd werd door de katholieken. Enkele voorbeelden zijn Jerez de la Frontera, Vejer de la Frontera en Conil de la Frontera.
2003 Parador Arcos de La Frontera
2009 Hotel Los Olivos
inwoners: 2.558
Het landelijke dorp Ardales is bekend omdat veel Spanjaarden zomers hun vakantie hier doorbrengen op de campings aan de oevers van de waterreservoirs in het Ronda gebergte. Deze omgeving biedt voor degene die de tijd ervoor vindt een prachtig platteland met een overvloed aan frisse lucht. Door de eeuwen heen is deze stad bewoond geweest door talrijke volkeren, die op een eigen wijze hun specifieke karakter in de vorm van belangrijke archeologische monumenten achterlieten.
Zo zijn er overblijfselen uit het koperen tijdperk gevonden in de grotten bij Ardales. De beschaving heeft met de komst van de Romeinen dit gebied bereikt. Deze aanwezigheid kon men zich veroorloven door de bescherming die de kasteelmuren, welke ze bouwden, hen boden. Misschien maakten deze kastelen het gebied zo aantrekkelijkheid dat de Moren de stad later in bezit namen en het z’n nieuwe naam Ard-Allah, (het Land van Allah) gaven. Ze lieten ook karakteristieke bouwwerken na in de vorm van monumenten en bouwden de moskee die later dienst zou doen als basis voor de 15e eeuwse kerk die ook nu nog prominent aanwezig aanwezig is.
Op een 10 km afstand van Ardales ligt de Garganta del Chorro, een verbazingwekkend ravijn met wanden van wel 180 meter hoog, waar een groot stuwmeer werd aangelegd. Ter gelegenheid van de opening in 1921 door Koning Alfonso XIII werd voor hem het Koningspad (El Camino del Rey) aangelegd. Dit pad bestaat nog steeds, maar is alleen geschikt voor mensen die zeer avontuurlijk zijn.
Over een afstand van tientallen meters is dit smalle pad niet meer dan een richel op de verticale wand van de kloof. Ongetwijfeld verkeerde het pad in 1921 in zeer goede staat toen Koning Alfonso er overheen moest lopen, maar nu is de reling waaraan hij zich kon vasthouden, grotendeels verdwenen en hier en daar vertoont het pad grote gaten, waardoor men de gapende afgrond kan zien. Toen de vader van de huidige koning Juan Carlos in 1987 een bezoek bracht aan El Chorro, zag hij verstandig genoeg af van deze tocht. Niettemin werd deze route afgelegd door avonturiers uit de gehele wereld die hiermee (tot 2013) wel hun leven in de waagschaal stelden. Alleen al in het jaar 2000 vielen er 5 waaghalsen naar beneden en overleefden de val niet. Het pad werd officieel gesloten, maar ondanks dat werd er toch steeds illegaal gebruik van gemaakt. Maar het meest verbazingwekkende blijft toch het idee dat de Spaanse arbeiders die hier 80 jaar geleden dit pad op de bergwand aanlegden ware circusacrobaten moeten zijn geweest.
inwoners: 16.302
Tussen de olijfgaarden, die kenmerkend zijn voor een groot gedeelte van de provincie Jaén, ligt het mooie Baeza. Een stadje dat opmerkelijk veel renaissancistische architectuur in zich herbergt. De Romeinen noemden het Baetia. Later was de plaats de hoofdstad van een Moors leengoed. Op het wapen wordt Baeza afgebeeld als een ‘koninklijk haviksnest’. In 1226 werd de stad veroverd door Ferdinand III – de eerste stad in Andalusië die definitief op de Moren werd heroverd – en daarna bevolkt door Castiliaanse ridders.
Baeza is intiem en moet het hebben van de ‘middeleeuwse’ sfeer, de bouwwerken in Baeza hebben voornamelijk een religieus karakter. Het heeft een klein historisch centrum en wordt niet ontsierd door nieuwbouw.
inwoners: 715
Het dorpje Benaocaz is een Pueblo Blanco en ligt in het Parque Natural de Grazalema op een hoogte van 793 meter.
Van dit dorp loopt de geschiedenis terug tot de prehistorie (Neolithicum). Er zijn ook de ruïnes van het Castillo de Aznalmara, dat in de 13e-14e eeuw gebouwd werd. In het bovenste deel van de stad, kun je nog de verwoeste huizen en trappen zien uit de Moorse tijd (de naam komt van het Arabische Ocaz). Interessante gebouwen om te bekijken zijn onder andere:
inwoners: 1.851
Canillas de Aceituno ligt in het oosten van de provincie gelegen in de regio van Axarquia en het gerechtelijk arrondissement van Velez-Málaga. Het dorpje ligt op een hoogte van ongeveer 524 meter, aan de voet van de Sierra de Tejeda en heeft de hoogste berg in de provincie, de top van La Maromaop 2068 meter. Canillas de Aceituno is een stad van smalle straatjes met vlekkeloos witte huisjes. Het dorpje is van Moorse oorsprong, een watertank en een oude toren vormen hier het bewijs van. Het was ooit toevluchtsoord voor de Mozarab, een groep christenen dat hun religie en gebruiken tijdens de islamitische dominantie wilden behouden.
inwoners: 484
Gelegen in de Poqueira ravijn, tussen de Middellandse Zee en de Sierra Nevada, ligt het bijzondere charmante dorpje Capileira. Capileira heeft het typische uiterlijk van de dorpjes in de regio van Alpujarra met huizen die zijn aangepast aan het ruige terrein en de plaatselijke klimaat. Een dorpje van nog geen 500 inwoners vol met smalle straatjes waar je de overblijfselen van Moorse verleden nog kunt zien. Kubusvormige huisjes met meestal twee verdiepingen en een plat dak. Omdat Capileira behoorlijk afgelegen ligt, betekende dit dat de Moorse overheersing hier relatief laat op gang kwam.
2014 Hotel Rural Real de Poqueira
inwoners: 28.679
Carmona is een klein oud dorpje in de provincie Sevilla. De ‘Puerta de Sevilla’, de ingang van de stad, leidt naar een opeenhoping van huizen, mudejarkerken, pleinen en kronkelige klinkerstraatjes. Vele belangrijke overblijfselen van de verschillende, elkaar opvolgende beschavingen zijn hier terug te vinden. Carmona heeft de sfeer van een Arabisch stadje weten te behouden met smalle straatjes vol kerkelijke gebouwen en prachtige paleizen. Het oude centrum ligt op een heuvel en het was in de Romeinse tijd een belangrijke stad.
2009 Hotel El Rincón de las Descalzas
2012 Hotel Palmero
inwoners: 18.415
Op de website van Cartaya staat nog steeds pontificaal op de voorpagina de opening van een nieuw hotel, een belangrijke gebeurtenis, maar dat was in 2004. Eigenlijk zegt dit al genoeg over dit kleine stadje dat 6 km van de Atlantische oceaan en op 26 km van Portugal ligt. Het grote nieuwe hotel zorgt voor 300 banen in het hoogseizoen en dat was én is nog steeds groot nieuws. Het bescheiden hotelletje Plaza Chica waar wij in 2009 hebben geslapen is veel leuker. Gelegen bij het stadhuis op een pleintje midden in het centrum van Cartaya. Geen 300 man personeel, geen uitzicht op de zee, geen 18-holes golfbaan, maar een klein familie hotel. ‘t Is maar waar voor je kiest!
Cartaya zelf heeft de tand des tijds doorgestaan en heeft niet het massatoerisme dat enkele kilometers verderop in de zomer voor een invasie zorgt. Een kerkje uit 1575, een kapelletje uit de 16e eeuw en een klooster uit de 17e eeuw zijn de plaatselijke attracties.
inwoners: 3.651
Tussen Córdoba en Málaga ligt het dorpje Casabermeja. Het dorpje ligt midden in het Kustgebergte van Málaga. Het plaatsje werd Casabermeja genoemd omdat er een rood kasteel stond. Het dorp was een prima plaats om zo’n kasteel neer te zetten, bij het rivierdal van de rivier de Rio Guadalmedina. Guadalmedina is een Arabische naam, Guad is een verbastering van het Arabische woord Wadi, een rivier die een gedeelte van het jaar droog staat. Medina is het Arabische woord voor stad. Guad al Medina betekent dus rivier van de stad, in dit geval de stad Málaga.
inwoners: 5.754
Bij het naderen van Casares lijkt het alsof er een postkaart voor de ogen wordt gehouden. Het dorp lijkt precies speciaal gebouwd te zijn voor die opname. De witte huisjes zijn als tegen de rotswand gekleefd en veel huizen zijn gebouwd op de helling van een diepe rotsachtige kloof, de ‘Casares kloof’.
Naast de overblijfselen van de oude stadsmuur, zijn ook gedeeltes bewaard gebleven van de muren en torens van het Alcazar, ooit gebouwd op het hoogste deel van het plateau.
inwoners: 5.054
Cazalla de la Sierra is de grootste stad van de Sierra Morena.
Het is een geliefde plek voor de Sevillanos, die hier in het weekend in grote getale vertoeven. In de omgeving begonnen midden 13e eeuw hier de Arabieren met de exploitatie van de ijzermijn. Deze nu verlaten plaats is door de jarenlange grondverzetting een waar natuurgebied geworden met vreemde vormen, vooral geliefd bij wandelaars en bergbeklimmers.
Naast de aantrekkingskracht van het landschap, heeft de stad ook mooie monumenten die voornamelijk bestaan uit religieuze gebouwen.
Genoeg te bekijken dus.
inwoners: 7.929
Op weg naar Cazorla rijden we Sierra de Cazorla, een beschermd Spaans nationaal natuurgebied ten oosten van de stadjes Baeza en Úbeda. In de bergen op een hoogte van 800 tot 2100 meter is koelte en rust. Het park is populair bij vakantiegangers die de drukte en hitte van Andalusië willen ontvluchten.
De rivier Guadalquivir die 680 kilometer lang door Andalusië stroomt, ontspringt in de Sierra de Cazorla. Het natuurgebied van het Parque Natural strekt zich uit langs de berghellingen die de eerste honderd kilometer van deze rivier omgeven. In het gebied ligt ook het grootste aaneengesloten bosgebied van Spanje. Er is een stuwmeer, er zijn kloven, kastelen en ook verschillende aardige stadjes en dorpjes met voldoende hotelletjes, pensions en campings.
De foto hebben we gemaakt tijdens een excursie in 2003. Toen gingen we écht het park in, over normaal voor publiek gesloten zandwegen met een 4-weel drive Landrover. Prachtig en zeker de moeite waard.
Mensen die hier voor het eerst komen, staan verteld van het spectaculaire natuurschoon in dit 214.336 ha grote natuurreservaat met zijn wel 2000 m hoge dichtbeboste bergen. Je betreedt het Parque Natural de Cazorla via de stad Cazorla. In het imposante Moorse Castifio de la Yedra aldaar is een folkloremuseum gevestigd. Vanuit Cazorla kronkelt de weg omhoog onder de ruïnes van het boven op een rotspunt gelegen kasteel La Iruela door. Na een pas daalt de weg naar een kruispunt (EI Empalme del Valle) in het dal van de Rio Guadalquivir. Hier lopen enkele wegen naar de bron van de rivier. De hoofdweg door het park volgt de rivier. Het informatiecentrum in de Torre del Vinagre is 17 km van het kruispunt verwijderd.
inwoners: 3.583
Slechts 30 kilometer ten noorden van Málaga ligt Colmenar, ook bekend als de hoofdstad van de Montes de Málaga. Het dorp, de hoofdstad van de regio Axarquia, heeft nog een echt Spaans karakter. Er zijn veel barretjes en restaurantjes waar je goed kunt eten. De agrarische activiteiten zijn de productie van olijven, amandelen en zuivelproducten.
Colmenar is de maker van vele lekkernijen, maar vooral hun worstjes, de Embutidos de Colmenar, zijn in de wijde omgeving bekend. Maar ook bijenhoning en geitenkaas zijn plaatselijke specialiteiten.
inwoners: 1.583
Dit mooie witte dorp is het balkon van de Axarquía. Het dorp ligt bovenop een berg waar je dan ook een schitterend uitzicht over het gebied hebt. De geschiedenis van het dorp gaat terug tot aan de Romeinse tijd, de Moren hebben het later uitgebreid en er hun eigen vesting van gemaakt. Het dorp was vooral belangrijk bij de verdediging van Málaga, van het Moorse kasteel is alleen de toren bewaard gebleven. Volg de Moorse voetjes (uitgezette wandelroute) in het dorp om alle bezienswaardigheden te bezoeken.
inwoners: 3.885
Cómpeta is ook weer zo’n typisch Andalusisch wit bergdorpje. Het ligt in de regio La Axarquía op 636 meter hoogte, aan de voet van het natuurpark Sierra Almijara y Tejeda. Cómpeta staat bekend om haar wijn van de muskaatdruif, er zijn dan ook diverse bodega’s en in het plaatselijke museum ziet u meer over de geschiedenis van het dorp. Gedurende het jaar zijn er zowel in Cómpeta als in de omliggende dorpen feesten ter ere van de beschermheiligen en de lokale producten, de Noche del Vino (nacht van de wijn) op 15 augustus is het bekendste feest in de regio. Als je in het dorp wil wandelen, houd dan rekening met de soms zeer steile kronkelende straatjes.
inwoners: 328.704
Een dichter schreef ooit; “Sevilla is een wonder, Granada is er om te dromen, maar in Córdoba kan men vredig sterven”.
Midden in een bijna desolaat landschap ligt Córdoba. De stad is het symbool van hoe katholieken en moslims eeuwen geleden harmonieus met elkaar samenleefden. De monumentale gebouwen, die naar die tijd verwijzen, zijn beeldschoon. Vooral in de ochtend en de namiddag valt een prachtig lichtval op de stad, die daardoor een mysterieus karakter krijgt.
Córdoba werd in 169 na Christus gesticht en was onder moslimbestuur in de 10e eeuw de grootste stad van West-Europa en hoofdstad van de Spaanse moslims. Het bijzondere was dat in deze eeuwen moslims, christenen en joden vreedzaam naast elkaar leefden. Midden in de oude stad doemt het mooiste bouwwerk van Córdoba op, de Mezquita. In 784 werd onder leiding van Abd Alrahman I een kleine moskee gebouwd. Omdat Córdoba langzaam maar zeker het centrum van de moslims werd, bouwde de bevolking er steeds meer gebouwen aan de bestaande Mezquita.
Nadat de Arabieren uit Córdoba werden verjaagd, werd de moskee niet verwoest. Misschien is dat wel een uiting van respect naar het mooie bouwwerk. Toch wilden de overheersers uit Castilië hun stempel op de Mezquita drukken. In de zestiende eeuw werd het middelste deel van de moskee afgebroken en daarvoor kwam in de plaats een kathedraal in renaissancestijl.
Het is bijna bizar om te zien, maar toch maakt deze combinatie van de Mezquita een uniek bouwwerk, waar je met verbazing doorheen slentert.
Terug naar de stad. Het centrum heeft meer te bieden, zoals het Alcazar, een viertiende eeuwse vesting. Daarnaast kun je verschillende musea bezoeken. Je kunt verkoeling zoeken in de nauwe straatjes van de oude stad, de Judería, een oud joods getto dat om de Mezquita ligt. Met veel winkeltjes die keramiek en leuke tegeltjes verkopen. En als je nieuwsgierig bij openstaande deuren naar binnen gluurt, zie je ze: de patio’s. Het zijn kleine, onoverdekte binnenplaatsen in huizen. De mooiste patio’s van Andalusië vind je in Córdoba. Hier komt de familie bijeen om te eten, te discussiëren of te genieten van de bloemen die de patio opfleuren. In het voorjaar is er de beroemde Feria, die eind mei wordt gehouden, een feest met veel optochten, lekker eten en drinken. In dezelfde periode is er ook het feest van de patio’s, waar de bewoners hun binnenplaatsen open stellen voor het publiek.
Het voorheen roemrijke paleis, Medina Azahara, is in de 10e eeuw gebouwd voor kalief Abd-al-Rahman III, die het noemde naar zijn favoriete vrouw. Hij spaarde kosten noch moeite en liet meer dan 15.000 muildieren, 4.000 kamelen en 10.000 sjouwers bouwmaterialen uit Andalusië en Noord-Afrika aanvoeren. Het paleis is gebouwd op drie niveaus en bevat een moskee, het woonhuis en mooie tuinen. Versieringen van albast, ivoor en marmer verfraaien de vele zalen en er wordt gezegd dat glanzende vijvers met kwikzilver het geheel opluisterden. De glorie was van korte duur. Het paleis werd in 1010 geplunderd door Berbers. Nu laten ruïnes slechts een vage afspiegeling zien van de vroegere pracht.
2003 Hotel Macia Alfaros
2007 Hotel Maimonides
Het hotel Maimonides is een uniek gelegen hotel tegenover de Judería en zijn grote buurman is de moskee. De naam ‘Maimonides’ is van een groot Joods denker, die in 1135 werd geboren, in de toenmalige hoofdstad Cordova. Het hotel wordt omringd door restaurants en winkels. Bovendien is het hotel beloond met het “Q” keurmerk voor toeristische kwaliteit. Hotel op een toplokatie!
inwoners: 30.115
Het meest Japanse dorp van Spanje, Coria del Río. Het 24.000 inwoners tellende dorp Coria del Río in de provincie Sevilla wordt ook wel het meest Japanse dorp van Spanje genoemd vanwege het feit dat er meer dan 700 inwoners zijn die Japan (Japón) als achternaam hebben. Het was 400 jaar geleden dat een groep Japanners naar het kleine dorp waren gekomen om een handelsverdrag te kunnen sluiten tussen Japan en Nieuwe Mexico. Dat verdrag kwam er nooit maar een link tussen het Japanse Keicho en Coria del Río werd wel gelegd.
inwoners: 7.281
Durcal is het grootste dorp in de Lecrin regio met iets meer dan 7000 inwoners. In Durcal vindt je alle noodzakelijke diensten, van een heel arsenaal aan cafeetjes en restaurants tot een ruim aanbod aan winkels, verder vindt je er een medisch centrum, een dierenarts, een lagere en middelbare school, doe-het-zelf shops, tandarts, een grote wekelijkse markt en de bus naar Granada rijdt elk half uur. Een levendig dorp en uitstekend bereikbaar.
inwoners: 40.880
De weg van Sevilla naar Córdoba komt langs het stadje Écija, dat vooral vanwege de talrijke barokke monumenten een bezoek waard is. Écija ontstond als Griekse nederzetting, en heette onder de Romeinen Astigi. Volgens de legende zou hier ooit de Apostel Paulus gepredikt hebben. Nadat het in de Moorse tijd tot het kalifaat van Córdoba behoorde en in 1240 door de christenen werd heroverd, ging het met Écija steeds beter. Maar de aardbeving van 1755 verwoestte de stad grotendeels, zodat zij tegenwoordig bijna alleen de barokke architectuur kan tonen. Uit de tijd van de wederopbouw stammen ook de meeste hoge klokkentorens, die met hun steenkleur en hun rijke azulejos-versiering het stadsbeeld bepalen. Daarom wordt Écija ook wel de stad van de torens genoemd.
Het centrum van de stad is het langgerekte plein met palmen uit de 18de eeuw, dat door de inwoners meestal liefderijk wordt aangeduid als El Salón (de pronkkamer). Het wordt omzoomd door façades van herenhuizen en paleizen met vooruitstekende balkons en galerijen van verscheidene verdiepingen, waar bloemen vanaf hangen. Vroeger konden de bewoners vanaf de balkons fiesta’s, ruiterspelen en corrida’s (stierengevechten) volgen.
inwoners: 2.094
El Bosque ligt op een hoogte van 287 meter in het Parque Natural de la Sierra de Grazalema. El Bosque wordt beschouwd als de toegangspoort tot dit immense natuurgebied en omvat 53.500 hectare. Naast de prachtige wandelroutes door de Sierra is het gebied een lustoord voor jagers en vissers.
Het schilderachtige stadje, met zijn smalle straatjes, werd gesticht door de hertog van Arcos en heeft verschillende namen gehad. De eerste naam was Los Baños del Duque, later werd het Marchenilla en aan het einde van 18e eeuw werd het dorp omgedoopt tot Santa Maria de Guadalupe de El Bosque, als gevolg van de grote toewijding van de hertog en hertogin aan de Maagd van Guadalupe. Door heldhaftig optreden tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog, kreeg El Bosque van Fernando VII in 1815 stadsrechten. Ondanks de titel van stad heeft het nog steeds een dorps karakter. Aan de rand van de stad stroomt een rivier vol met forellen, verse forel is dan ook de specialiteit van het dorp. In het stadje staat nog een oud waterrad en meerdere fonteinen.
GARGANTA DEL CHORRO – Camino del Rey
De weg van Campillos naar Alora gaat door de Garganta del Chorro, een verbazingwekkend ravijn met wanden van wel 180 meter hoog, waar een groot stuwmeer werd aangelegd. Ter gelegenheid van de opening in 1921 door Koning Alfonso XIII werd voor hem het Koningspad (El Camino del Rey) aangelegd. Dit pad bestaat nog steeds, maar is alleen geschikt voor mensen die zeer avontuurlijk zijn. Over een afstand van tientallen meters is dit smalle pad niet meer dan een richel op de verticale wand van de kloof.
Ongetwijfeld verkeerde het pad in 1921 in zeer goede staat toen Koning Alfonso er overheen moest lopen, maar nu is de reling waaraan hij zich kon vasthouden, grotendeels verdwenen en hier en daar vertoont het pad grote gaten, waardoor men de gapende afgrond kan zien. Toen de vader van de huidige koning Juan Carlos in 1987 een bezoek bracht aan El Chorro, zag hij verstandig genoeg af van deze tocht. Niettemin werd deze route afgelegd door avonturiers uit de gehele wereld die hiermee (tot 2013) wel hun leven in de waagschaal stelden. Alleen al in het jaar 2000 vielen er 5 waaghalsen naar beneden en overleefden de val niet. Het pad werd officieel gesloten, maar ondanks dat werd er toch steeds illegaal gebruik van gemaakt. Maar het meest verbazingwekkende blijft toch het idee dat de Spaanse arbeiders die hier 80 jaar geleden dit pad op de bergwand aanlegden ware circusacrobaten moeten zijn geweest.
inwoners: 1.635
El Rocío behoort tot de gemeente Almonte en ligt 50 km ten oosten van Huelva. Het ligt tegen het Parque Nacional de Doñana aan, dat de bescherming van de UNESCO heeft. Het dorp is een prima uitgangspunt om bezoeken te brengen aan zowel het strand van Matalascañas als aan het Nationaal Park Doñana met haar drie bezoekerscentras. El Rocio is éénmaal per jaar het belangsrijkste dorp van Spanje. Elk jaar met Pinksteren komen hier tienduizenden pelgrims uit heel Spanje naar toe om de Virgen del Rocío te eren. De voorbereidingen voor de Romería del Rocio beginnen al maanden van tevoren. Kleurrijk kleding wordt gemaakt of gekocht, huifkarren worden versierd en bovenal moeten de nodige euro’s opzij worden gelegd. Deelname aan de bedevaart kost veel geld, maar de echte liefhebbers eten liever het hele jaar droog brood dan het festijn voorbij te laten gaan. De tocht naar El Rocío wordt te voet, te paard of met versierde karren afgelegd. ‘s Nachts staan de huifkarren in een kring en wordt er tot in de late uurtjes gegeten en gedanst op de klanken van rocieras (bedevaartliederen). De uiteindelijke climax, wanneer de Virgen naar buiten wordt gedragen, wordt vooraf gegaan door vele rituele en muzikale momenten. Het lopen van El Camino (de tocht te voet naar Almonte, Huelva) en het doorbrengen van één of meerdere nachten onder de sterren zijn van grote waarde voor alle Romero’s. Voor de vele Hermandades (broederschappen) uit heel Andalucië en zelfs uit heel Spanje is de Romeria del Rocio het belangrijkste evenement van het jaar. En het schouwspel is adembenemend.
Een aantal jaren geleden bezochten we dit dorp voor de eerste keer en verbaasden ons over ‘het stilstaan van de tijd’. Er wordt nog steeds paard gereden en er is in het gehele dorp geen enkele verharde weg te vinden. Het zou een decor uit een cowboyfilm kunnen zijn. In 2014 gaan we er een keer overnachten in Pension Isidro, waar in het restaurant nog traditionele Spaanse gerechten worden geserveerd, waaronder gegrild Iberisch vlees.
inwoners: 1.647
Gaucín is een bergdorp in de Sierra del Hacho en wordt ook omschreven als het ‘Balkon van het Ronda gebergte’. Het is vooral gekend door zijn schitterend panorama op de Straat van Gibraltar en met wat geluk kun je het Rifgebergte in Noord-Afrika zien. In de omgeving staan veel kurkeiken en de schitterende omgeving trekt veel kunstenaars aan. Interessant om te zien zijn:
inwoners: 1.499
Het plaatsje Genalguacil kijkt uit over de rivier Rio Genel. In de straten is een permanente buitenexpositie te zien van de jaarlijkse fruitcompetitie waarin verschillende kunstenaars op verzoek van de burgemeeswter aan mee werken. Twee voorbeelden van de beelden die van fruit gemaakt worden zijn een oude gebochelde vrouw die een steile helling van het dorpje probeert op te klimmen en van een paar kleurrijke katten die de straten in de gaten houden vanaf een van de daken in het dorp bij het kerkplein.
De natuurlijke omgeving wordt bewoond door steenbokken, wilde zwijnen en herten.
inwoners: 237.818
Granada is de vierde stad van Andalusië, na Sevilla, Málaga en Córdoba, en de 17e stad van Spanje. Granada ligt op 738 meter hoogte boven zeeniveau, aan de voet van het gebergte Sierra Nevada. Eeuwen geleden was het de hoofdstad van de Taifa van Granada en het Rijk van Granada.
In de stad bevindt zich een van de beroemdste monumenten van Spanje, het Alhambra, een gigantisch historisch paleis vol overblijfselen van zowel de Moorse als katholieke cultuur. De oude stad is een van de best bewaarde voorbeelden van Almohaden stadsplanning. Verder staat Granada bekend om zijn prestigieuze universiteit: Universidad de Granada, en een bijbehorend nachtleven. Het is een van de belangrijkste Spaanse studentensteden, samen met Salamanca, Burgos en Santiago de Compostela.
De val van het Moorse Rijk in 1492 was een van de belangrijkste gebeurtenissen in de geschiedenis van Granada. Het maakte een einde aan 800 jaar islamitische heerschappij op het Iberisch Schiereiland. De moslims en joden werden door het katholieke koningspaar (Ferdinand II van Aragon en Isabella van Castilië) gedwongen tot bekering, en werden zo niet uit het land verbannen. Diegenen die de zogenaamde Spaanse Inquisitie overleefden, vluchtten naar Noord-Afrika. Ook het Arabisch verloor zijn rol in Granada en werd vervangen door het Spaans; de moskeeën werden veranderd in katholieke kerken. Ondanks de vele gevechten groeide Granada door, en het was in de 15e eeuw een van de rijkste steden van Europa, met 50.000 inwoners. Tijdens de regering van Sultan Alhamar in tijd van de Moren, was het Alhambra gebouwd. Het huidige Alhambra werd echter pas geconstrueerd in de 17e eeuw, en functioneerde als het nieuwe regeringspaleis voor de stad. In het district Albaicín woonden de ambachtslieden en de adel, in dat district had men onder andere al een universiteit, fabrieken en douanes. De Joodse bevolking leefde in deze tijd in de wijk El Realejo.
Hoogtepunten die een bezoek waard zijn in Granada zijn o.a.:
Monumenten:
Kerken:
TIP: koop bij de VVV (Oficina de Turismo) een stadsgids met wandelroute’s, er is zoveel te zien….
2003 Hotel Casa del Capitel Nazari
2007 Hotel Plaza Nueva
inwoners: 2.171
Grazalema is omgeven door de Sierra del Pinar en el Endrinal en gelegen in het Natuurpark Sierra de Grazalema. Het pittoreske dorp met dezelfde naam als het park ligt aan de bekende route langs de witte dorpen in Andalusie en dat is vooral in het weekend goed te merken aan het aantal bezoekers. Het heeft zelfs een nationale prijs gewonnen in een wedstrijd om het mooiste dorpje van Spanje! Wij zijn hier al een paar keer eerder geweest en genoten van een drankje of een lunch op het plein voor de kerk.
Al in de 17e eeuw was Grazalema beroemd om zijn textielindustrie, de vervaardiging van dekens en wollen stoffen. De vallei ligt aan de voet van het dorp, bekend als La Ribera, was een belangrijk gebied met watermolens waar wol voor de textielindustrie werd verwerkt. De industriële revolutie van de 19e eeuw en de textiel massaproductie van Noord-Spanje maakte, voor 4.000 textielarbeiders uit Grazalema en omgeving, een eind aan deze industrie. Zoals je kunt begrijpen ontstond er een massale werkloosheid in dit gebied. Nu wordt er nog steeds op kleine schaal wolproducten van de hoogste kwaliteit vervaardigd op de ouderwetse traditionele manier. Naast de textielindustrie, is het meeste werk van de lokale bevolking gericht op de landbouw, schapen en geiten.
inwoners: 18.884
Guadix, 59 km van Granada, op ruim 900 m hoogte gelegen aan de grote weg naar Murcia en Almeria, is één van die plaatsen waar een deel van de bevolking nog in holwoningen woont. Maar ook tussen de holbewoners blijken grote standsverschillen te bestaan. Er zijn echte holen bij, waarvan zelfs de binnenwanden niet gekalkt zijn en waar de allerarmsten wonen. Maar de meeste grotwoningen zijn rond de deuropeningen keurig wit of lichtblauw gekalkt en voorzien van schoorsteentjes en televisie-antennes. Nog een stapje hoger heeft men, om de suggesties van een echt dak te geven, boven de deur een smal kartelrandje van dakpannen aangebracht. En tenslotte zijn er zelfs holvilla’s met een mooie gladde, geheel witgekalkte voorgevel een echte deur, bloemen, getraliede venster met glas en gordijnen, een over de hele lengte van de gevel lopende kartelrand van rode dakpannen en zelfs een, eventuele in de rotswand uitgehouwen holgarage.
Het wonen in die grotten biedt zekere voordelen: het kost niets, ‘s winters altijd koel. Toch komen ze steeds vaker leeg te staan, want wie het zich kan veroorloven verhuist liever naar ween fatsoenlijke ‘piso’, een van die fantasieloze maar comfortabele flatwoningen die hier ook als paddestoelen uit de grond rijzen. De holenwijken ligt een beetje van de weg af, achter de Iglesia de Santiago.
De naam Guadix komt uit het Arabische en betekent zoiets als ‘rivier des levens’. In Guadix werd volgens de overlevering voor het eerst het christendom gepredikt en ook nog tijdens de Moorse overheersing, die tot 1489 duurde, behielden de inwoners het privilege de christelijke godsdienst te mogen blijven uitoefenen. Een privilege dat niet wederkerig gold toen de rollen omgedraaid werden.
De omgeving van het stadje is wonderlijk. Vruchtbare groene valleien, woeste bergen met scherpgetande pieken en een woestijnachtig gebied met absoluut waanzinnige, door erosie ontstane rotsformaties.
Leuk om te doen, overnachten in een traditionele grot
2009 Hotel Cuevas Del Zenete
inwoners: 6.925
Iznalloz is een kleine stad 35 km ten noorden van Granada. De stad is een onderdeel van de Los Montes Orientales, een streek van 17 dorpen en steden in het noorden van de provincie Granada. Binnen dit gebied ligt de Sierra Arana, met een hoogste piek van net iets meer dan 2000m. Iznalloz zelf stelt niet veel voor, een gezondheidscentrum, zwembad, wat winkels en de Diego de Siloé, een 16e eeuwse kerk. Zoals bij de meeste dorpen in deze streek zijn ook hier ruïnes van een oud Moors kasteel. De olijfolie uit dit gebied geldt als de beste van Spanje en is een belangrijke bron van inkomsten.
inwoners: 116.716
Jaén heeft iets meer dan 116.000 inwoners. De hoofdstad van de gelijknamige provincie, ligt bijna 600 m hoog. De naam komt van het Arabische Geën, dat karaavaanweg betekent.
De stad zelf heeft niet zo erg veel bezienswaardigheden te bieden, maar is wel buitengewoon mooi gelegen in een soort halve kom van bergen, waar het amfitheatergewijs tegenaan gebouwd is. Het mooiste is de stad als je er vanaf Alameda op neerkijkt. U ziet dan al die huizen met in het midden de allesoverheersende kathedraal met haar twee torens, op de achtergrond die muur van woeste grijze bergen en verder aan alle kanten, zo ver als het oog reikt (en dat is heel ver op deze hoogte) het zilvergrijs van de olijfbomen.
Ook vanaf het kasteel S. Catalina, 4,5 km buiten de stad, is het erg mooi.
inwoners: 211.670
In een vruchtbaar heuvelland aan de zuidrand van de Andalusische laagvlakte ligt de stad Jerez de la Frontera, bekend om haar ‘jerez’ wijn, de sherry van de Engelsen.
Het gebied tussen Jerez en de Cabo de Trafalgar was in 711 het toneel van de grote slag tussen de Westgoten en de Moren, als gevolg waarvan het christelijke Spanje vele eeuwen lang onder oosterse heerschappij kwam te staan. Hier werd in 1340 in een andere grote slag de laatste invasie uit Noord-Afrika door de christelijke troepen tegengehouden. De stad heeft de bijnaam ‘de la Frontera’ wat betekent ‘aan de grens’, evenals andere Moorse grenssteden sinds 1379 die naar het oosten gericht zijn.
inwoners: 238
Júzcar, een blauw smurfendorp in Spanje. Vroeger een onbekend wit bergdorpje, nu een trekpleister voor toeristen. Waarom is Júzcar blauw geverfd? In het voorjaar van 2011 werd Júzcar geselecteerd door Sony Pictures España om als locatie te dienen voor een internationaal promotie-evenement voor de film van de Smurfen in 3D. Sony wilde het dorp in de zo typisch blauwe kleur van de Smurfen schilderen. Alle bewoners van het dorp moesten het er mee eens zijn, om alle witte huizen en gebouwen blauw te laten verven. Er werd over gestemd en het plan werd aangenomen. In mei 2011 werd begonnen met verven en dit duurde ongeveer drie weken, er is 9.000 liter smurfblauwe verf gebruikt.
inwoners: 754
Onze overnachting in La Calahorra is in een traditionele grotwoning, maar wel aangepast aan de moderne behoeften. Twee slaapkamers, een keuken, badkamer en een ruime woonkamer met open haard. De aankleding met traditionele stenen en houten materialen zorgen ervoor dat de grotwoning een harmonieuze en ontspannen sfeer uitstraalt.
Veel mensen leven hier al sinds jaar en dag in deze grotten. Dit heeft als voornaamste reden dat de (schommelende) buitentemperatuur, in de zomer boven de 40 graden, in de grot rond de 18 tot 19 graden is. De regering heeft alles al geprobeerd om de mensen in ‘normale’ woningen te krijgen, maar zonder succes.
Nu zijn de grotten in deze omgeving (in Guadix ongeveer 2000) een toeristische trekpleister……………….
Maar toen wij in 2009 bij ons overnachtingsgrotten Cuevas del Zanete aankwamen was het donker……….akelig donker…….. Het stond een dag eerder al in kranten aangekondigd, het zou noodweer worden en er werd zelfs een tornado voorspeld. Haha, een tornado, zal wel! Die dingen zie je toch alleen in Amerika!?
Tijdens de afdaling van de pas over de Sierra Nevada begon het stevig te waaien. Onderaan de bergen, de auto slingerde door de storm alle kanten op, werd de lucht zwart, pikzwart en wat zagen we op een paar kilometer voor ons…….een tornado! Aangezien we nog maar een paar kilometer moesten rijden naar ons hotel zijn we doorgereden en zagen we de bomen, als lucifers afgeknapt, verspreid liggen over de wegen. Aangekomen bij ons hotel was er geen stroom, aangezien in dit gebied van Spanje alle elektriciteit nog met kabels op houten paaltjes aangevoerd wordt. Uiteraard stonden die er ook niet meer. Nu is Cuevas del Zanete geen gewoon hotel, maar een aantal verbouwde luxe grotwoningen. We hebben in het donker de hele avond voor de open haard gezeten. Spelletjes als, jongensnaam beginnend met een ….meisjesnaam beginnend met een….Door de harde wind ging de rook van de openhaard niet naar buiten, maar naar binnen. Stinken!
Geen licht, geen verwarming, restaurant gesloten, geen douche, alleen twee waxinelichtjes door de hoteleigenaar gebracht. De grotwoning hebben we nadien kunnen bekijken d.m.v. foto’s genomen met flits. Brood, water en een fles wijn was het enige wat ons de maag heeft doen vullen, maar wat hebben we een lol gehad.
Na door de eigenaar een fikse korting te hebben gekregen wilden we de volgende morgen betalen met de Visa, je raadt het al, geen stroom. Al ons losse geld bij elkaar gezocht en gezegd dat we nog weer een keer terug zouden komen.
Een paar jaar later zijn we er inderdaad weer gaan slapen. De eigenaar kende ons direct weer en vertelde ons dat ca. 20% van de bossen toen die avond in 2009 waren omgewaaid. Dit keer hadden we wel stroom en hadden we alle comfort die in de folder stond, maar toch was het anders ………… minder lol.
2009 Hotel Cuevas Del Zenete
2012 Hotel Cuevas Del Zenete
inwoners: 4.248
Eén van de betere lokaties om te duiken in Spanje is La Herradura (het hoefijzer), vlakbij Almunecar, aan de Costa Tropical. Dit rustige, charmante dorpje aan de Middellandse Zee biedt heel wat mogelijkheden voor diegenen die de onderwaterwereld willen ontdekken. In een omgeving van baaien, kreken en prachtige rotsformaties, vind je onder de zeespiegel een indrukwekkende variëteit aan fauna en flora. Het is de thuisbasis van de overblijfselen van 25 Spaanse marine galjoenen die hier zijn gezonken in een hevige storm op 19 oktober 1562
inwoners: 3.791
Toen de Spanjaarden, zo ongeveer vanaf 1980, aan toerisme in eigen land zijn gaan doen, en denk dan vooral aan het weekendtoerisme, is er iets meer welvaart gekomen in de Alpujarras gekomen. In het dorp Lanjaron was al veel eerder sprake van toerisme. Het is een ouderwets kuuroord waar in de zomer ouderwetse mensen van ouderwetse kwalen worden genezen. Het water, afkomstig uit de Sierra Nevada, heeft een helende werking, volgens sommige. Ouderen komen uit heel het land om één van de vele behandelingen te ondergaan die er worden aangeboden. In de meeste supermarkten van Spanje vind je ook mineraalwater met de naam Lanjaron. Overal in het dorp vind je waterkranen, veelal betegeld met in het gebakken glazuur onverklaarbare teksten. Misschien is er ook wel koffie…..
Op de A-4050, een kleine 15 kilometer ten noord-westen van Lenteji, is het adembenemend mooi. Het weer die dag helaas niet.
inwoners: 568.479
Málaga is gelegen in de regio Andalusië, en is de op één na grootste stad van die regio. Het is de hoofdstad van de gelijknamige provincie en heeft circa 560.000 inwoners. Rondom de stad Málaga wonen nog eens circa 500.000 mensen.
Malaga is een oude stad, die een geschiedenis heeft van 3000 jaar. Vanaf 743 was het in Moorse handen. Ten tijde van de Katholieke koningen brak er een periode aan van welvaart en bloei, maar die periode was eigenlijk maar van korte duur. Zo heeft de bouw van de kathedraal maar liefst 200 jaar geduurd door geldgebrek. Tegenwoordig is Malaga een bruisende stad, met een mooi modern autovrij centrum met toch ook wel veel gezellige kleine straatjes.
De dingen die je eigenlijk zou moeten zien in Malaga hebben het voordeel redelijk dicht bij elkaar te liggen. Voor de kathedraal moet je entreegeld betalen, maar is zeker de moeite waard.
De meest bekende persoon die in Malaga is geboren is zonder twijfel Pablo Picasso, uiteraard is er een museum aan hem gewijd. Oh, en voor de dames, Antonio Banderas staat op een goede tweede plaats.
inwoners: 11.781
In de geschiedenis van Andalusië was Medina Sidonia de verblijfplaats van de zeer invloedrijke hertogen van Medina Sedonia. Dit pittoreske Spaanse stadje heeft leuke witte straatjes met overhangende balkons.
inwoners: 414
Melegís een eenzaam klein dorpje in the middle of nergens en heeft 414 inwoners. Het heeft een aantal mooie oude gebouwen en een prachtig kerkje. Onder aan het dorp vindt men citrusgaarden waar men doorheen kan wandelen. Het is mogelijk naar de ruïne van een Moors kasteel te lopen bij de entree van de Rio Durcal. Ze hebben in Melegis van alles twee, zo zijn er twee kleine supermarkten en twee bakkers. Ook zijn er twee bars en twee restaurants beiden aan de hoofdweg gelegen. Nuevo Valle heeft een groot terras en ligt bij de entree van het dorp en Los Naranjos ligt iets verder naar beneden en heeft een heerlijk terras én een aantal kamers. Om in de twee te blijven, hebben wij destijds voor twee kamers en twee nachten in Hostal Los Naranjos. Van hieruit gaan we de tweede dag een rondje rijden en kijken of er in de Sierra Nevada nog sneeuw ligt.
inwoners: 85.600
Mijas is één van de witte dorpen in Andalusië en lijkt geplakt tegen een berghelling.De gemeente Mijas bestaat eigenlijk uit vijf stadsgedeeltes, maar het meest interessante is Mijas Pueblo, het oude bergdorpje. Je kunt je niet voorstellen dat ze in dit dorp tot in de 19e eeuw nog last hadden van piraten, de verdedigingstorens staan er nog steeds als stille getuige.
Mijas Pueblo bestaat vooral van het toerisme, met vele cafeetjes, eetgelegenheden en vele souvenirwinkels. Vooral in de zomermaanden kan her er erg druk zijn, parkeren is dus niet altijd even gemakkelijk. De kleine straatjes, de witte huisjes met de rode daken, de mooie vergezichten, alles bij elkaar zeker een bezoek aan Mijas waard.
2014 Hostal El Escudo de Mijas
inwoners: 8.360
Mojácar in de provincie Almeria heeft twee gezichten. Het is een badplaats en een paar kilometer landinwaarts ligt op een berg het oude Moorse dorp met ca. 1500 inwoners. In het oude dorp heeft de tijd stilgestaan, op het toerisme na. Elk jaar wordt hier nog steeds op uitbundige wijze de overwinning op de Moren gevierd. In de jaren na de Spaanse burgeroorlog raakte het dorp in verval. In de jaren zestig werd Mojácar door toeristen ontdekt en volgde er een nieuwe periode van welvaart. De oude poort in de stadsmuren zijn nog authentiek, maar voor de rest is het dorp volledig herbouwd en langs de nabij gelegen stranden zijn vakantie-complexen verrezen.
Vanaf het hooggelegen dorp heb je een schitterend uitzicht op de Middellandse Zee. Het hotel wat we hier hadden ligt midden in het centrum van het oude dorp en is niet bereikbaar met de auto, sjouwen dus! Maar wel een geweldige plek, en dat balkon……., een aanrader.
Het balkon van onze kamer in Hostal Arco Plaza, zeer groot met een groots uitzicht
In de zomer liggen de toeristen overdag aan het strand, maar als na zonsondergang het dorpje tot leven komt openen de vele kleine barretjes en restaurants hun deuren om de gasten te verwennen met gezelligheid en lekker eten, vaak begeleid door ‘live’ muziek.
2003 Parador Mojacar
2013 Hostal Arco Plaza
inwoners: 5.853
Montefrío biedt één van de meest pittoreske geografische aangezichten van de provincie Granada. Bij aankomst rijst het dorpje voor je op, de witte huisjes verspreid tegen een enorme uitstekende rots, die als een gigantische golf de kleine gemeente bedreigt te verslinden. In Arabische tijden was het een belangrijk bastion voor de zogenaamde ‘abencerrajes’, rebellen die het opnamen tegen de Moorse sultan. Na de verovering van de christenen is het dorp verrijkt met een aantal kerken van verschillende aard, die je niet zou verwachten in een kleine gemeente als Montefrío.
inwoners: 9.801
Montoro ligt op de scheiding van de twee onderling verschillende gebieden, waarin de provincie Córdoba verdeeld is. De Guadalquivir loopt door het dorp heen, waarbij de op de rotsen gebouwde huizen een soort balkon vormen. Ten noorden van de rivier liggen de berggebieden met o.a. het Natuurpark van de Sierras de Cardeña y Montoro. Ten zuiden van de rivier begint het laagland van de Campiña. Het dorp, dat iets meer dan 40 km ten oosten van Córdoba ligt, heeft een oud centrum met fraaie gebouwen uit de 15e en 16e eeuw, nauwe straatje en witte huisjes. Belangrijke feesten zijn de Goede Week, de Cruces de Mayo en het feest van de patroonheilige van 7 – 12 oktober
inwoners: 22.918
Nerja is een badplaats in het uiterste oosten van de provincie Malaga aan de kust, tegen de grens van de provincie Granada aan. Het is een toeristisch plaatsje met behoorlijk wat buitenlandse inwoners, voornamelijk Engelse, en heeft in totaal iets meer dan 20.000 inwoners.
Dit plaatsje in de streek de Axarquia heeft veel te bieden aan de vakantieganger. Als eerste zijn er natuurlijk de prachtige en beroemde grotten van Nerja, met een zeer grote historische waarde. Deze grotten zijn een van de meest bezochte culturele bezienswaardigheden in Spanje. De muurschilderingen zijn van onschatbare historische waarde en de stalagmieten en stalagtieten zijn indrukwekkend. De grotten zijn nog niet zo lang geleden ontdekt, bij toeval door een paar spelende jongens op 12 januari in 1959.
Het plaatsje aan de Middellandse Zee is volledig gericht op toeristen en heeft een uitstekend aanbod aan hotels en appartementen, veel kleine winkeltjes en een ontelbaar aantal restaurantjes. Het leuke van Nerja is dat het ondanks de vele toeristen niets van zijn charme heeft verloren. Hier vindt je nog steeds de gezellige smalle straatjes met witte huisjes en bloembakken in de kozijnen. Vanaf het ‘Balcon de Europa’ heb je een mooi uitzicht over de kustlijn en de zee.
Wij hebben hier al vier keer een paar nachten geslapen in een klein pension, Hostal Plaza Cantarero. Gerund door een moeder en dochter, vriendelijk, leuke kamers, schoon, een leuk dakterras en (zeer) goedkoop.
2011 Hostal Plaza Cantarero
2012 Hostal Plaza Cantarero
2013 Hostal Plaza Cantarero
inwoners: 8.397
De heuvels rondom Olvera staan vol met olijfbomen die de beste olijfolie van Andalusië produceren. Vooral als je vanuit het zuiden de stad nadert is het aanzicht prachtig, de stad ligt uitgesmeerd tegen een heuvel. Maak de wandeling naar de kerk en het kasteel en de beloning is een pracht uitzicht. Onderweg naar de kerk loop je door de Calle Llana, een mooie winkelstraat, die ruim van te voren al het reisdoel laat zien. Een streep met wit/gele huizen met balkonnetjes, een plaatje.
inwoners: 5.739
Dit stadje met nog geen 6.000 inwoners is gelegen in een mooie vallei en heeft de sfeer van een bergdorp. Orgiva ligt in het ruige berggebied van de Alpujarras, dit gebied bevindt zich tussen de Sierra Nevada met zijn besneeuwde bergtoppen en de Costa-Tropical.
Órgiva is de hoofstad van de Alpujarras. In de wonderschone vruchtbare vallei groeien vele verschillende soorten planten, maar ook zijn er talrijke sinaasappelbomen, olijfbomen en wijndruiven. Alles gevoed door het smeltend sneeuw en ijs uit de hoger gelegen Sierra Nevada. Het stadje heeft een gezellig centrum met een ruim aanbood aan bars, restaurantjes en terrasjes. De kleine winkelstraat wordt gedomineerd door een kerk in renaissancestijl uit de 16 eeuw met twee torens. Op donderdag is het een drukte van belang, de wekelijkse markt.
inwoners: 17.820
Osuna wordt veel minder druk bezocht dan de iets grotere steden Ecija en Carmona, maar is zeker een bezoek waard. Het stadje met z’n 20.000 inwoners is altijd de residentie geweest van de hertogen van Osuna, een zeer deftige familie die het zich kon veroorloven Goya als huisschilder te hebben voor het schilderen van familieleden. Rondom de Plaza Mayor staan mooie witte huizen, in Andalusische stijl, met balkonnetjes en erkers en ook staan hier enkele paleizen.
inwoners: 21.582
Palma del Rio heeft een 2000-jarige geschiedenis. De Romeinen bouwden op deze plek een nederzetting tussen Cordoba en Italica, vlakbij Sevilla. Dat het een belangrijke grensstad is geweest kunnen we nog zien aan de restanten van de 12e eeuwse ommuring. Palma heeft altijd een nauwe relatie stierengevechten gehad. Vele beroemde namen van torero’s kwamen dan ook uit Palma, maar de bekenste was toch wel El Cordobés. Niet alleen in Palma, maar in heel Spanje één van de beroemdste stierenvechters. Zijn biografie geeft een goed beeld van het leven, én de armoede, die er heerste in Palma na de burgeroorlog. De eigen arena in Palma del Rio is verwoest tijdens de burgeroorlog.
inwoners: 10.196
Monasterio de la Rábida. Toen bijna iedereen in de toen bekende wereld dacht dat de wereld plat was, vond Columbus weinig aanhang voor zijn theorie dat de aarde rond was. Eén van de mensen die dat wel geloofden was de abt , Padre Marchena, van het klooster La Rabída. Hier ontwikkelde Columbus zijn plan voor een reis om in westelijke richting te varen om de landen in de Oost te kunnen bereiken. Omdat de abt goede contacten had bij het Spaanse hof bleken die uiteindelijk bereid een (minimale) investering te doen. Het klooster is door de jaren heen goed geconserveerd gebleven en een bezichtiging is zeker de moeite waard. Tijdens de rondleiding kunt u bijvoorbeeld gaan zitten aan de sobere tafels waar Columbus destijds zijn, toen nog eenvoudige, maaltijden nuttigde. Uiteraard kun je de geschiedenis hier opsnuiven van de reis, wat ze meenamen voor de heenreis, de dingen ze in Amerika tegenkwamen en wat ze allemaal mee terug namen. Heel interessant om te zien.
inwoners: 9.298
Pizarra is een klein stadje aan de voet van de 350 meter hoge Sierra del Hacho.
Het heeft eigenlijk heel lang geduurd eer hier een stad werd gebouwd. De reden was niet plek of lokatie, maar de Peñasco, een onheilspellende, instabiele en gevaarlijk overhangende rots. Niet een kleintje, maar een van 5.000 m2 met een gewicht van 3.000 ton. Toch waren het kolonisten in 1483 die de gok waagden en het ging goed tot 1988. Er werd scheurvorming ontdekt en de autoriten lieten uiteindelijk de Pañasco opblazen.
inwoners: 5.668
Prado del Rey is een stadje in de provincie Cádiz en heeft nog geen 6000 inwoners. Het ligt aan de route van de ‘witte dorpen’ van Andalusië en is zo’n typisch dorpje met kleine smalle straatjes en witte huisjes en staat vol met sinaasappel- en citroen boompjes.
De stad is gesticht door Carlos III en is vooral bekend door zijn leerindustrie, handgemaakte meubels en er wordt een zeer goede kwaliteit honing gemaakt. Op 4 kilometer van El Prado del Rey zijn resten gevonden van de Romeinse stad Iptuci. In de voet van de klokkentoren is een gedenksteen aangebracht uit deze periode. Prado del Rey werd later een deel van de grens met het Moorse Nazari koninkrijk van Granada. Echter deze grens was zeer onstabiel en de stad viel vaak in verschillende handen. Aan deze perikelen kwam een eind door Alfonso VII, die het in de 12e eeuw heroverde op de Moren, maar wat ook het einde betekende voor de stad. Het was Carlos III die de 18e eeuw met een plan van herindeling kwam voor het zuiden van Andalusië en Prado weer een nieuw leven gaf.
Wat direct opvalt aan Prado zijn de parallel lopende straten, ca. 10 meter breed en 60 meter lang, wat sterk doet denken aan de Amerikaanse koloniale steden. In het midden ligt het belangrijkste plein van de stad, Plaza de la Constitución, met het Ayuntamiento (stadhuis) en de parochiekerk Nuestra Señora del Carmen.
inwoners: 23.171
Priego de Córdoba ziet er welvarend en levendig uit. De Fuente del Rey is een mooie barokfontein in drie delen. De Calle del Rio, waar veel mooie barokgevels en barokkerken te zien zijn, is een erfenis van de bloei van de zijde-industrie hier in de 18e eeuw. Veel portieken met prachtige voordeuren, die soms open staan waardoor je een kijkje kunt nemen op de patio’s die erachter liggen. Alles is erop gericht uit de zon te blijven. De Iglesia de la Asunción is van buiten wit geschilderd, maar binnen word je overdonderd door de beeldhouwwerken en barokversieringen, tot aan het plafond toe. Op het plein bij de kerk staat ook een Arabisch fort. Loop via de Moorse wijk met nauwe steegjes, witte huizen en bloembakken naar de Adarve, de omloop rond het stadje. Er is heel veel te zien in deze mooie stad, hieronder een kleine greep;
Puerto Banús is dé exclusieve jachthaven van Marbella, waar de internationale jetset haar vakantie houdt. In de dure winkels, restaurant en het chique nachtleven komt de rijkdom van de bezoekers tot uiting. In de jachthaven zelf liggen de mooiste en grootste luxe moterboten, eventueel met helikopterplatform en garage voor de Rolls, zij aan zij.
Uitzicht vanaf ons balkon (Hotel Benabola, kamer 641) over de haven van Puerto Banús.
inwoners: 3.083
Riogorde is een klein stadje met iets meer dan 3.000 inwoners. Het ligt een ruime 30 kilometer verwijderd van Malaga. Nadat het was veroverd door de christenen in 1487 kwam het in handen van regent van Malaga, Fransisco de Coalla. Het stond toen nog bekend als Aprisco de Majianza. De naam van de stad veranderde in het begin van de 16e eeuw in Puebla de Riogordo. Het dorp was toen al een welvarende plaats, getuige de aanwezigheid van maar liefst drie bordelen. In de boeken mooi omschreven als; ” Opvang in huizen en herbergen voor alle vrouwen van de straat, om geld te verdienen met hun lichaam”. In de 18e eeuw was er een bloeiperiode, vooral door de wijngaarden, maar door een ziekte in de bomen werden de wijngaarden vernietigd in 1882. Tijden veranderen snel en nu is het dorp vooral bekend vanwege de Passiespelen die elk jaar plaatsvinden rond de Pasen. De gehele bevolking werkt hier wel op één of andere manier aan mee. Zo’n 500 figuranten krijgen meer dan 6.000 toeschouwers
inwoners: 36.665
De in het Andalusisch Gebergte gelegen stad Ronda behoort door haar fraaie ligging tot de mooiste steden in Zuid-Spanje, het is misschien ook wel één van de meest gefotografeerde plekjes in Spanje, en dat allemaal vanwege een brug én een ravijn.
De Romeinen noemden de plaats Arunda, omdat het stadje uitkeek over de omgeving en zo rondom een strategisch uitzicht had. In die tijd begon ook de handel in Ronda op te bloeien. Tijdens de Moorse overheersing werd Ronda uitgeroepen tot hoofdstad van de provincie Andalusí de Takurunna en later werd het de hoofdstad van het zelfstandige Taifa van Ronda, geleid door de Berberse stam Banu Ifran. Het merendeel van de belangrijke historische bouwwerken stamt uit deze tijd. In de periode voor de Reconquista maakte Ronda deel uit van de Nasriden-dynastie binnen het koninkrijk Granada. In 1485 werd Ronda door de christenen op de Moren terugveroverd en in 1572 werd de Koninklijke Ruiterschool Real Maestranza de Caballería de Ronda opgericht. Hier werden de paarden en ruiters getraind die ingezet werden in diverse oorlogen. In 1616 werd een brug met een enkele boog (de Puente Viejo) over de Tajo gebouwd, die de eerder ingestorte Arabische brug verving. De bouw van de huidige Puente Nuevo werd begonnen in 1751 door Martín de Aldehuela en duurde 42 jaar. De brug geldt als hét symbool en trekpleister van Ronda en onder de brug werd een gevangenis gebouwd. De Puente Nuevo is een van de meest gefotografeerde bouwwerken in Spanje. Het verhaal gaat dat De Aldehuela ofwel van zijn eigen brug viel bij het graaien naar zijn afgewaaide hoed, ofwel zelfmoord pleegde door van zijn voltooide levenswerk te springen. Hij stierf echter in Málaga in 1802 een natuurlijke dood.
Vanaf de achttiende eeuw begon het stierenvechten steeds belangrijker te worden in de omgeving en in 1784 werd in Ronda een Plaza de Toros gebouwd, de oudst nog bestaande stierenvechtenarena van Spanje. De beroemde torero Pedro Romero werd in Ronda geboren en won aldaar veel gevechten. Thans worden er nog maar 4 stierengevechten per jaar gehouden in het Plaza de Toros (alle in september), voor de rest van het jaar is het een museum. Ronda heeft een mooi antiek gedeelte en een nieuw modern gedeelte en er is veel te zien. Middenin in het nieuwe gedeelte, Plaza del Socorro, is een overdekte parkeergarage. Van hieruit kun je stad prima verkennen.
2003 Parador Ronda
2007 Hotel Maestranza
Het vier-sterren hotel Maestranza staat midden in het oude centrum van Ronda tegenover de arena. Niet ver gelegen van de brug en de Arabische wijk. Het was eerlijk gezegd een tweede keuze, maar hotel Don Miguel, prachtig gelegen aan de brug, liet na meerdere aanvragen helaas niets van zich horen.
inwoners: 2.894
Dit kleine witte dorpje is een van de merkwaardigste dorpjes van Andalusië. De rivier Guadalporcún heeft in de loop der tijd een uitholling in de rotsen geslepen. Onder de ‘overkapping’ bouwden de bewoners hun huizen. Op de plaats onder de rots hebben de bewoners hun huizen gebouwd. De olijfolie uit deze buurt wordt als één van de beste uit Spanje gezien. Als je de mogelijkheid hebt, ze is hier ook nog zeer betaalbar en de kwaliteit is niet te vergelijken met wat wij hier in Nederland in de supermarkt hebben liggen.
inwoners: 700.169
Sevilla is de hoofdstad van Andalusië, en van de provincie Sevilla. Het is de belangrijkste stad van Zuid-Spanje op het gebied van cultuur, politiek, economie en kunst. Sevilla ligt aan de rivier Guadalquivir, die voor niet al te grote zeeschepen bevaarbaar is tot in de stad. Sevilla heeft het grootste historische centrum van Europa.
Door opgravingen weet men dat de stad rond 1000 voor Christus in het gebied van Tartessos lag. Volgens sommigen wás Sevilla oorspronkelijk zelfs Tartessos. De Feniciërs en Carthagenen veroverden de stad rond 600 voor Christus. In de periode van de Romeinen werd de stad “Colonia Iulia Romula Hispalis” of kortweg “Hispalis” genoemd en werd hoofdstad van de toenmalige provincie Hispania Baetica. Na de val van het West-Romeinse Rijk werden de Visigoten de baas totdat de Moren Spanje in de 8e eeuw veroverden.
De Moren gaven de stad de naam “Isbiliya”. In de 13e eeuw werd Sevilla tijdens de Reconquista ingenomen door de Katholieke Koningen.
Tot de inwoners van Sevilla behoorden ook Spaanse Joden. Zij woonden daar al sinds Romeinse tijden en mogelijk zelfs eerder. Net als in de rest van Moors Spanje konden zij na de Moorse verovering van Sevilla in 712 in relatieve vrijheid leven, alhoewel hieraan een einde kwam ten tijde van de heerschappij van de Almohaden. De Joodse bevolking van Sevilla verwelkomde de Reconquista van Sevilla in 1248. Na de Reconquista konden de Joden van Sevilla in het begin in relatieve vrijheid leven. Maar naarmate de tijd vorderde, raakten zij steeds meer in de verdrukking. In 1391 sloeg het noodlot toe. Moslims moordden toen het grootste deel van de joodse gemeenschap uit met enkele duizenden doden als gevolg. In 1492 werden de overgebleven Joden van Sevilla gedwongen Spanje te verlaten indien zij zich niet tot het christendom bekeerden. Zij die zich bekeerden, werden conversos of nieuwe christenen genoemd. Zij die ervan verdacht werden in het geheim hun Joodse geloof te blijven belijden, werden door de Inquisitie vervolgd. In 1502 werden de overgebleven Moren van Sevilla eveneens tot bekering gedwongen. Zij die zich bekeerden, werden morisken genoemd. De wijk “Santa Cruz” staat bekend als de oude Joodse wijk van Sevilla.
De ontdekking van de Nieuwe Wereld door Christoffel Columbus in 1492 en het begin van de Spaanse kolonisatie was een zeer belangrijke gebeurtenis voor Sevilla. Vanaf dat moment werd het namelijk de belangrijkste haven tussen Europa en Amerika en de thuisbasis van de beroemde zilvervloot.
Op religieus gebied ontwikkelde Sevilla zich heel sterk, in 1671 waren er meer dan 45 kloosters.
Granada werd in 1810 bezet door Jozef Bonaparte, broer van Napoleon Bonaparte. Deze verovering verliep echter zonder gevechten en verlies van mensenlevens, maar baseerde zich op onderhandelingen.
Plaza de España, het bekendste en misschien wel het mooiste plein van Sevilla
In 1929 organiseerde de stad de Ibero-Amerikaanse Tentoonstelling, waarvoor het beroemde “Plaza de España” werd aangelegd. Sevilla werd ook slachtoffer van de Spaanse Burgeroorlog en de bezetting van dictator Francisco Franco, zij het in mindere mate dan Madrid en Barcelona.
2003 Patio de Sevilla La Alameda
2009 Hotel Murillo
2010 Hotel Murillo
inwoners: 3.696
Tabernas ligt in de Tabernaswoestijn, een woestijnlandschap dat ontstaan is door een tekort aan neerslag. Dit komt door de zogenaamde orografische schaduw, waarbij een ligging tussen twee bergketens zorgt voor het tegenhouden van neerslag. Dit uit zich in een vegetatie van voornamelijk cactussen.
Een woestijngebied met daarin het cowboy-dorp, waar vele westerns en avonturenfilms werden gedraaid. de meest bekende films; “Once upon a time in the West”, “For a few dollars more”, TV-series zoals “High Chaparal” en “Bonanza”, “Lawrence of Arabia” en het 4de deel van “Indiana Jones”. Je kunt het filmdorp bezoeken, met zijn sheriff, zijn gevangenis en uiteraard zijn saloons…
inwoners: 810
Het dorpje Trevelez bevindt zich aan de voet van de 3483m hoge Mulhacen. De inwoners gaan er prat op dat zij in het hoogste dorp van Spanje wonen, én dat zij over de beste Iberische ham beschikken. Over beide zaken valt te discussiëren, maar dat het dorp op 1476 meter hoogte ligt, én dat hun jamon de Trevélez lekker is, daar valt niet over te twisten. De ham komt eigenlijk uit andere streken, maar de zuivere lucht en de speciale omstandigheden die door de drogerijen waait, maakt er een heel speciale ham van.
Toeristen komen dan ook van ver om een Jamon de Trevelez te kopen of een bezoek te brengen aan een hamfabriek. Als je op 5 augustus in de omgeving bent, moet je zeker eens een bezoek brengen aan het dorp. Dan is er het feest van de Virgen de las Nieves (maagd van de sneeuw). De bedevaart leidt de dapperen dan naar de top van de Mulhacen. Trevelez is dan ook een vertrekpunt voor mensen die de Mulhacen in de Sierra Nevada willen beklimmen.
inwoners: 35.514
Ubeda is een stad in de provincie Jaen. Zowel deze stad en de naburige stad Baeza hebben uitgebreid geprofiteerd van bescherming in de vroege 16e eeuw en dat resulteerde in de bouw van een reeks van prachtige paleizen en kerken. Sinds 2003 staat de historische kern (samen met die van Baeza) op de werelderfgoedlijst van de UNESCO.
Maar het begon allemaal natuurlijk veel eerder dan in de 16e eeuw. De eerste bewoningen bevonden zich bij de rivier de Guadalquivir, ongeveer 10 km ten zuiden van de huidige stad. Na de Romeinen en de Visigoten werd het een belangrijke stad in de islamitische verovering van het Iberisch schiereiland. Tijdens de Reconquista, in 1233, was het koning Ferdinand III die staat was om de stad te ontworstelen aan de islamitische heersers. Er brak een periode aan dat de islamitische, christelijke en joodse culturen naast elkaar leefden.
De Parador van Úbeda ligt middenin het oude centrum en is gevestigd is een oud paleis
Tijdens de 14e en de 15e eeuw, waren er moorddadige onderlinge gevechten van de plaatselijke adel en daardoor stopte de economische groei van de stad. In 1368 werd de stad verwoest door de burgeroorlog tussen Peter I van Castilië en Hendrik II van Castilië. De onderlinge gevechten werden uiteindelijk opgelost toen de Katholieke Koningen tussenbeide kwamen. Zij lieten het Alcázar bouwen die gebruikt werd door de adel als een fort.
Úbeda’s hoogtepunt van rijkdom deed zich voor in de periode dat Francisco de los Cobos staatssecretaris van Keizer Karel V was. De economie groeide weer in deze eeuw en de bevolking van Úbeda steeg tot ongeveer 18.000 mensen. Dit is ook de periode waarin veel belangrijke gebouwen werden gebouwd. De tijd van voorspoed eindigde met verschillende natuurrampen, en in de laatste jaren van de 18e eeuw probeerde Ubeda om zijn economie te herstellen met de hulp van de landbouw en de handwerk industrie. De oorlog tegen Napoleon bracht ook al niet veel goeds en Úbeda zakte steeds verder in economisch verval.
Nadat in de vorige eeuw veel oude gebouwen weer in hun oude glorie zijn hersteld is het een drukbezochte toeristische stad. Elk jaar mei en juni is er het jaarlijkse Festival Internacional de Musica y Danza Ciudad de Úbed” georganiseerd, met opera, jazz, flamenco, kamermuziek, symfonische orkesten.
Het heeft de voorkeur om naar de plaatselijke VVV (Officina de Turismo) te gaan en daar een kaart met wandelroute te halen. Met andere woorden, de onderstaande lijst is zeker niet compleet.
2003 Parador Úbeda
2007 Hotel Rosaleda de Don Pedro
2013 Hotel Museo La Posada de Úbeda
De Parador van Ubeda ligt midden in het historisch centrum van de stad en is een voormalig paleis uit de 17e eeuw. Rosaleda de Don Pedro is een ‘nieuw’ hotel in een 16e eeuws pand, vlabij de Plaza Vazquez de Molina waar de Parador ligt. Het plein is een hoogtepunt van de Andalusische renaissanse en sinds 2003 een onderdeel van de World Heritage.
De laatste keer dat we hebben geslapen in hotel dat ook een museum is. Museo la Posada de Ubeda en is een prima hotel met vriendelijke eigenaren en mooie kamers, tja, alleen de gevel al.
inwoners: 16.877
Ubrique is een stad in de provincie Cádiz. Als dorp van de Pueblos Blancos (witte steden) in Andalusië herinnert Ubrique aan de Moorse invloeden die hier vroeger waren in dit gebied. Ubrique ligt aan de voet van de Sierra de Ubrique , op het waar de natuurparken van Grazalema en Los Alcornocales elkaar ontmoeten. De middeleeuwse oude wijk bestaat uit smalle straatjes, pittoreske hoekjes, mooie pleinen met fonteinen, zoals de barokke openbare fontein en de Al-Andalus fontein van Los Nueve Caños.
Ubrique is vooral bekend om zijn leerindustrie. Je ziet dan ook in deze omgeving veel reclameborden het woord piel staan, het Spaanse woord voor leer.
inwoners: 2.066
Het machtige Castillo de Vélez-Blanco domineert dit aardige dorpje. Het werd tussen 1506 en 1513 gebouwd door Marquis de los Vélez. Het interieur in renaissancestijl bevindt zich in het Metropolitan Museum in New York, maar er is een reconstructie van een patio te zien. Even buiten Vélez-Blanco ligt de Cuevas de los Letreros en Cueva del Gabar, met schilderingen uit ongeveer 4.000 voor Christus bevat. Op één ervan ziet u Indalo, een figuur met een regenboog aan wie magische krachten worden toegeschreven. Samen staan de grotten op de werelderfgoedlijst van de UNESCO.
inwoners: 448
Villaluenga del Rosario, een heel vredig dorpje dat door de toeristen nog niet ontdekt is. Van alle witte dorpen in Andalusië ligt deze het hoogst op 858 meter. Bij de kerk bevindt zich een mooi met bomen beplant pleintje. Op de banken zitten doorgaans bejaarde inwoners een babbeltje te maken, de grootste hobby van de Spanjaarden. Villaluenga del Rosario heeft uiteraard een stierenvechtersarena, gebouwd tegen de bergwand.
inwoners: 1.471
Zahara de La Sierra is een bergdorpje in in het Parque Natural Sierra de Grazalema en misschien ook wel het mooiste witte dorp in Andalusié. Het ligt in ieder geval prachtig, op de bergheling naast een helder blauw meer.
De huizen lijken geplaatst om de twee centrale pleintjes, met elk een kerk. Er zijn veel restaurantjes en terras en wordt vooral in de weekenden veel bezocht door dagtoeristen. Het dorpje heeft ook een aantal interessante bezienswaardigheden. De belangrijkste hiervan is het Moorse kasteel. Het is een flinke klim omhoog, maar je wordt beloond met een geweldig uitzicht. In de zomer zijn er veel activiteiten die je in de omgeving kunt ondernemen, zoals kajakken op het meer, paardrijden of paintballen.
-> terug naar de landkaart met de regio’s