Catalonië is het eerste stukje Spanje wanneer je binnenkomt via de ‘Route Soleil’, je zou haast zeggen wie is er niet geweest. De vele kilometers strand en het fijne klimaat is bij vele Nederlanders en Belgen bekend. Oude vissersplaatsjes als Lloret, Tossa, Rosas en Malgrat zijn uitgegroeid tot mondaine badplaatsen, wat helaas ook inhoudt dat daar veel van het authentieke Spanje is verdwenen. Maar neem je de moeite om een klein stukje het binnenland in te rijden, veranderd de wereld. Mooie oude dorpen en steden, veel historisch erfgoed, maar ook een prachtige natuur maakt Catalonië veelzijdig. De Pyreneeën, in de winter drukker dan in de zomer met z’n uitstekende skipistes, heeft goede begaanbare wegen en is zoveel rustiger dan in Frankrijk, een Mekka voor wandelaars en fietsers. Fruit is wat de klok slaat in de omgeving van Lleida aan de oevers van de Rio Segre. Het grote Barcelona is niets voor een dagtochtje, maar is een bezoek van enkele dagen meer dan waard met z’n vele monumenten, musea, winkels, gezellige buurtjes en dat alles overgoten met een sausje van Gaudi. Wat een verschil met de middeleeuwse dorpjes waar je kunt slenteren door de kleine smalle straatjes en kunt uitrusten op de altijd aanwezige gezellige oude pleintjes. Grieken, Romeinen, Joden, Moren en de Christenen hebben allemaal hun stempel gedrukt en daar is nog veel van te zien, dus met recht kunnen we zeggen dat Catalonië zoveel meer is dan alleen de Costa Brava. | → Banyoles → Barcelona → Besalú → Cadaqués → Girona → Montblanc → Montserrat → Ribes de Freser → Taüll → Tossa de Mar |
inwoners: 21.434
Amposta is een stad aan de zuidkant van de Costa Dorado en ligt in de Ebrodelta. Het heeft een roerige geschiedenis omdat het jaren zonder verdedigingsfort vrij spel was voor de Turkse piraten die de stad in de 16e eeuw dan ook tot drie keer toe hebben geplunderd en verwoest. De reden dat het Moorse kasteel is vernietigd heeft te maken met de keuze die de stad maakte in 1461. De stad koos voor Carlos de Viana, wiens tegenstander, de latere koning Ferdinand II van Navarra, de stad gedurende 8 maanden zou belegeren en vervolgens het kasteel met de grond gelijk zou maken. In de 19e eeuw werd begonnen aan het cultiveren van de Ebrodelta en ging men daar rijst verbouwen.
De opvallende hangbrug over de Ebro werd gebouwd in 1915, maar werd tijdens de Spaanse Burgeroorlog in 1938 door de Italiaanse luchtmacht in 1938 volledig verwoest. De brug is na de oorlog in zijn originele ontwerp weer opgebouwd. Tegenwoordig heeft Amposta een belangrijke papierindustrie en is het een prima startpunt om de prachtige wetlands in de Ebrodelta te ontdekken.
inwoners: 476
Het dorpje Arties ligt in de Alto Valle de Arán op ruim 1100 meter. Het kijkt uit op de pico del Montarto met een hoogte van zowat 3000 meter. Een prachtig gebied voor wandelaars en voor de vissers is er de rivier Garona. Voor de skiërs ligt op 7 kilometer afstand het Baqueira Beret station. In het dorp zijn nog oude Romeinse baden te vinden.
inwoners: 19.119
Het klooster van Banyoles bestond al in de 9e eeuw en er wordt gezegd dat dit de reden is van het ontstaan van de stad. De echte ontwikkeling komt pas in de 12e- en 13e eeuw. In de 12e eeuw was Banyoles een van de belangrijkste textielcentra van Catalonië en de beroemde “stoffen van Banyoles” werden verkocht in het hele Middellandse-Zeegebied. Zoals elke belangrijke stad kreeg het een stadsmuur in 13e eeuw, deze was pas voltooid in de 15e eeuw. Pas in In 1920 gaf koning Alfonso XIII Banyoles z’n stadsrechten. In de 20e eeuw kende Banyoles een sterke groei, vooral te danken aan de hout-, textiel- en de metaalsector. De stad is altijd al het decor geweest van de Competencia de Cobles de la Festa Major, een muziekwedstrijd van de Sardana-muzikanten.
inwoners: 1.620.943
Er bestaan verschillende theorieën over het ontstaan van Barcelona. Volgens een van deze is de stad al 400 jaar voor de stichting van Rome door Hercules gegrondvest. Het eerste volk dat de plek bewoonde, waren de Laietanen, een Iberisch volk, in de 7e eeuw voor Christus. In de 3e eeuw na Chr. had de stad ongeveer 6000 inwoners en functioneerde het als een van de vele vestigingen in de Romeinse route van Rome naar Cádiz. In de 5e eeuw werd “Barcino” bezet door de Visigoten die er een centrum voor handel en bestuur van maakten. In de 8e eeuw veroverden de Moren de stad onder leiding van de Arabische koning “Al-Hurr”. Een groot deel van de bevolking vluchtte naar de Pyreneeën, waar ze kleine nederzettingen stichtten. In 801 kwam de stad in bezit van het Frankische Rijk. In 985 verwoestte de Arabische leider van het Kalifaat van Córdoba “Almansur” een groot deel van de stad. Hij slaagde er echter niet in de stad te bezetten. Aan het einde van de 9e eeuw maakte Barcelona deel uit van het “Koninkrijk van Aragón” en begon aan de wederopbouw onder “Graaf Borrell II”. Onder zijn leiding groeide Barcelona uit tot een machtig graafschap en in de 13e en 14e eeuw werd het een van de belangrijkste mediterrane steden, samen met Venetië en Genua. Politieke spanningen en onrust bereikten de stad in de 16e en 17e eeuw. Nadat de koning van het Spaanse rijk, Ferdinand II van Aragón, trouwde met Isabella van Castilië, ontstonden er conflicten in het hele land. In de 19e eeuw werd Barcelona opnieuw een belangrijk politiek, economisch en cultureel centrum. Deze periode staat bekend als de wedergeboorte van de stad. In juli 1936 maakt de Spaanse Burgeroorlog een abrupt einde aan de groei van Barcelona. De stad werd verscheidene keren gebombardeerd en in januari 1939 veroverd door het nationalistische leger van Francisco Franco. Pas in de jaren 60 braken er, economisch gezien, betere tijden aan, vooral door de massale komst van Noord-Europese toeristen. In 1975 overleed Franco en kwam er een einde aan 36 jaar onderdrukking en isolatie.
Het kleurenspel van Mercat de la Boqueria
Barcelona heeft meer dan 25 ‘vaste’ markten die vijf of zes dagen per week zijn geopend. De grootste hiervan, en een van de grotere in Europa, is de Mercat de la Boqueria aan La Rambla. Deze markt heeft, naar verluidt, het uitgebreidste vers assortiment van heel Europa. De stad heeft een druk en gevarieerd nachtleven, dat over de hele stad verspreid is. De Gotische wijk en El Raval, de wijken El Born, Gràcia en Eixample staan vol met bars en discotheken. Barcelona heeft een van de grootste commerciële centra van Europa, en ook ver buiten het centrum zijn veel winkelstraten te vinden. In en rondom de Gotische wijk bevindt zich een mix van kleine winkels met aardewerk, chique Spaanse en Italiaanse merkkleding, leren jassen, kitscherige souvenirs, en honderden speciaalzaken.
De 13 ganzen, al eeuwen vaste bewoners van de kathedraal van Barcelona
De bouw van de Kathedraal werd pas voltooid in 1913, terwijl ze in de 13e eeuw al waren begonnen! Naast de Kathedraal ligt het klooster met een fraaie kloostertuin. Hier wonen 13 ganzen die de heilige Santa Eulàlia moeten beschermen. Zodra er één dood gaat moet deze onmiddellijk worden vervangen, omdat de stad anders onbeschermd is.
Barcelona, hoofdstad van Gaudi
2007 Ayre Hotel Gran Via
2010 Ayre Hotel Gran Vía
inwoners: 16.845
Berga ontleent zijn naam aan de nederzetting Bergistani, eehier leefde een Iberische stam vóór de Romeinse verovering. Na hun verlies tegen de Romeinen werden de inwoners verkocht als slaaf. Berga werd uiteindelijk verkocht aan de koning van Aragon in de 12e eeuw. Tijdens de Spaanse Successieoorlog gaf Berga steun aan Filips V van Spanje. In 1854 had de stad zwaar te lijden onder een choleraepidemie. Berga is een prima uitvalsbasis om de uitlopers van de Pyreneeën te bezichtigen.
inwoners: 2.427
Eén van de meest gefotografeerde plekjes in het achterland van Catalonië is de oude romaanse brug van Besalú. De versterkte brug over de Riu Fluvià dateert uit de 11e eeuw en nodigt je uit voor een bezoek aan dit Catalaanse middeleeuwse stadje, vol met smalle straatjes en oude gebouwen. De Joodse wijk geeft een indruk over het leven van de Joden die hier in deze buurt verbleven alvorens ze werden verjaagd en vervolgd door de Inquisitie. Sinds 1966 is de stad een Nationaal Monument.
inwoners: 2.938
Cadaqués is nog één van de weinige visserdorpjes aan de Costa Brava die haar karakteristieke aanblik heeft weten te behouden, een pareltje. De omgeving en het dorpje hebben een aantrekkingskracht op kunstenaars en zelfs Pablo Picasso is hier geweest, maar z’n beroemdste inwoner is toch wel Salvador Dali die hier iets verderop in Portlligat tot 1982 een villa had. De villa is sinds 1997 een museum. Was in het verleden de visserij en de wijnbouw de belangrijkste bron van inkomsten, tegenwoordig is dit het toerisme dat massaal naar dit witte dorpje komt. Het inwonerstal van zo’n 2000 wordt in de zomer wel vertienvoudigd. De meeste toeristen zijn dagjesmensen en komen niet zozeer voor het strand, maar meer voor de oude smalle straatjes in het centrum met zijn vele galeries, mode- en kunstwinkeltjes. Het kan in de zomermaanden en in de weekenden zeer druk zijn.
Het aanzicht van Cadaqués is ondanks het toerisme (gelukkig) onveranderd gebleven
inwoners: 5.006
Cardona is een kleine vestingstad aan de oevers van de Cardener. De plaats heeft een oude vesting, die thans is omgebouwd tot Parador-luxehotel. De plaats is ontstaan aan de voet van de burcht van Cardona met een lange geschiedenis ter verdediging van het Frankische rijk, al sinds de tijd van de Karolingers. De hooggelegen burcht werd in 886 door graaf Wifried I gebouwd, de burcht gold in de middeleeuwen als onneembaar. In de omgeving werd bovendien al sinds de Romeinse tijd aan zoutwinning gedaan. Doordat zout in de middeleeuwen van grote betekenis was als bewaarmiddel van voedsel, werden maatregelen genomen om niet alleen de burcht, maar ook de zoutwinning militair te beschermen.
inwoners: 990
Eigenlijk bestaat El Port de la Selva helemaal nog niet zo lang. De eerste documenten die aangeven dat er een iets van een dorp ontstond zijn de documenten van een kerk die hier bij enkele vissershuisjes wordt gebouwd, en dan hebben we het over 1725. Het dorp heette toen Selva de Mar en de kerk, Església de Santa Maria de les Neus, is er nog steeds. De visserij is nog steeds nadrukkelijk aanwezig, al is het een veel mindere bron van inkomsten dan in het verleden. Nog wel nadrukkelijk aanwezig is de visafslag die elke dag nog steeds de vis verhandelt die hier uit eigen vangst, maar ook van de naburige dorpen. Het toerisme is de laatste jaren van groot belang, maar echte grote hotels zul je hier niet vinden. Het is en blijft en leuk klein vissersdorpje met witte huisjes, een klein strand, wat restaurants en gezellige cafe’s.
inwoners: 45.123
In 1297 kreeg Figueres van Koning Jaime I haar eerste primaire stadsrechten. Van de oude stadsmuur is alleen nog de toren “Torre Gorgot” te zien, als onderdeel van het Dalí-museum.Tijdens de Spaanse Burgeroorlog werd Figueres niet opgeslokt door het nationalistische rijk van Francisco Franco. Daardoor werd de stad aan het einde van de oorlog, in 1938 zwaar gebombardeerd, toen duizenden Spanjaarden probeerden te vluchtten naar Frankrijk. Pas rond 1955 begon men aan de wederopbouw van de stad, tijdens de dictatuur. Figueres is altijd een handelsstad geweest, en was de eerste stad van de provincie Girona met echte winkelstraten.
In de stad bevindt zich het beroemde Dalí-museum, waar de grootste collectie werken van de surrealistische schilder Salvador Dalí zijn te zien. Ook al ben je niet een echte museumbezoeker, maar dit is echt een aanrader en ook leuk voor kinderen.
inwoners: 97.292
De omgeving van Girona werd al voor de Romeinse tijd bewoond door Iberische volken. De Romeinen bouwden er een citadel, die de naam Gerunda kreeg. Later werd de streek bewoond door de Visigoten totdat deze werden verslagen door de Moren. In 785 veroverde Karel de Grote de stad en maakte er één van de veertien Catalaanse graafschappen van. Later, in het jaar 878 werd Girona een graafschap binnen Barcelona. In de 11e eeuw kreeg de stad officiële stadsrechten van Koning Alfons I, van het Rijk van Aragón. In 1351 werd het graafschap een hertogdom onder het bewind van Hertog Joan, zoon van Koning Pedro III van Aragón. In 1414 kreeg Koning Alfons V van Aragón, zoon van Ferdinand I, de titel “Prins van Girona”.
In de 12e eeuw en 13e eeuw kende Girona een bloeiende Joodse gemeenschap, met in die tijd één van de belangrijkste Kabbalistische scholen van Europa. De rabbijn van Girona uit de 13e eeuw, Mosjé ben Nachman, werd destijds aangesteld als de Grote Rabbi van Catalonië. Aan deze Joodse opkomst kwam een abrupt einde in 1492, toen alle Joden door de Katholieke Koningen het land werden uitgedreven middels de beruchte Spaanse Inquisitie. De Joodse wijk van Girona is één van de mooiste en omvangrijkste van Europa, en wordt door vele toeristen bezocht.
Girona werd maar liefst 25 maal belegerd en zeven keer veroverd. In de 17e eeuw werd de stad bezet door het Franse Koninklijke Leger onder leiding van maarschalk Hocquisicourt (1653), maarschalk Bellefonds (1684), en tweemaal door Noailles. In mei 1809 werd de stad aangevallen door de troepen van Napoleon. De stad kon de overgave zeven maanden uitstellen, maar gaf zich tenslotte op 12 december 1809 gewonnen. In de afgelopen jaren is de stadsmuur compleet gerenoveerd, en is de oostkant herbouwd, waardoor de hele muur nu weer in originele staat bewandeld kan worden.
Tegenwoordig is de stad een toeristische trekpleister met de bekende hangende huizen boven de Rio Onyar. Vooral het Middeleeuwse centrum, de Joodse wijk El Call, de Rambla, de hooggelegen kathedraal en de vele winkeltjes en terrasjes maken het tot een zeer interessant geheel.
2003, Hotel Peninsular
2010, Hotel Vilobi
inwoners: 12.986
La Seu d’Urgell was een voormalig militair fort en de hoofdstad van het graafschap Urgel tijdens de Middeleeuwen en is de natuurlijke toegangspoort tot Andorra.
De stad is vooral bekend vanwege het feit dat de bisschop van Urgell hier huist. Deze bisschop is sinds 1277 co-staatshoofd van het nabijgelegen Andorra. Eén van de bisschoppen van Urgell, Rodrigo Borgia, werd in 1492 tot paus Alexander VI gekozen. De huidige bisschop van Urgell is sinds 2003 Joan Enric Vives i Sicília. De oude stad is gezellig met vele kleine straatjes en heeft nog een middeleeuwse sfeer. La Seu d’Urgell ligt in een streek met steile rotsen en kleine, verborgen dalen met daartussen de kraters van gedoofde vulkanen. Je komt hier veel natuurliefhebbers tegen, terwijl vroeger de mensen hier alleen kwamen om te jagen en vooral om te smokkelen. Smokkelen vanuit Andorra naar Spanje hoef je niet meer te doen, je auto wordt volledig uitgekamd bij de douane.
2001, Parador La Seu D’Urgell
2006, Hotel Andria
inwoners: 139.908
Ooit was Lleida een nederzetting van een Iberisch volk, genaamd de Ausetanen. De toenmalige koning heette Mandoni, en hij verdedigde de stad gedurende lange tijd tegen de inval van de Romeinen. In het jaar 205 kwam de stad desondanks in Romeinse handen, en kreeg de naam ‘Llerda’. Aan het einde van de 3e eeuw kreeg de stad een stenen brug als verdediging, deze werd echter vernield door Germaanse barbaren, jaren later. Rond het jaar 716 werd de stad veroverd door de Moren, en kreeg de naam Lareda. In 1149 kwam de stad in handen van de Catalaanse graaf Ramón Berenguer IV. In 1300 werd de universiteit van Lerida opgericht, de eerste stad van het toenmalige Rijk van Aragón. In 1717 werd de universiteit echter gesloten en verwoest door koning Felipe V, om zo de Catalaanse onafhankelijkheid en macht te onderdrukken. Ook andere Catalaanse instituties in Lleida werden compleet vernietigd, en uit deze periode vindt men nu nog alleen de kathedraal “Seu Vella”. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog werd Lleida gebruikt als een verdedigingswal tegen de Spaanse troepen van Francisco Franco voor de rest van Catalonië. De stad werd dan ook zwaar gebombardeerd en kwam uiteindelijk onder het dictatoriale regime van Franco terecht.
In Lleida worden een groot aantal traditionele Catalaanse feesten gevierd. De belangrijkste daarvan zijn het “Festa Major” en de “Fira de Sant Miquel”, waar mensen uit de verre omgeving jaarlijks op af komen. Vanaf de hooggelegen kathedraal La Seu Vella heb je een prachtig uitzicht over de stad en je kunt er heerlijk op een terras zitten.
inwoners: 40.803
Lloret de Mar is vooral gericht op niet-Spaanse strandtoeristen en in de zomer loopt het inwonertal van de stad soms op van 40.000 naar 160.000. In de zomermaanden trekken jongeren uit heel Europa massaal naar Lloret de Mar om vakantie te vieren. Men vindt er dan ook een groot aantal clubs, bars, casino’s etc. Lloret is een populaire badplaats voor jongeren uit Nederland. Dat heeft er toe geleid dat in het stadje veel Nederlandse eettenten, cafés en disco’s aanwezig zijn.
Lloret werd voor het eerst genoemd in 966 als Loredo. De bevolking aan de kust hield zich vooral bezig met de verkoop van goederen uit het binnenland, de visserij en de handel langs de kust van de Costa Brava, die geleidelijk aan steeds belangrijker werd. Begin 16e eeuw was het centrum reeds verplaatst naar de kust en werd aldaar de nieuwe kerk Iglesia Parroquial gebouwd in Catalaans-gotische stijl en die ook diende als toevluchtsoord bij de voortdurende piratenaanvallen, waarvoor ze werd uitgerust met een ophaalbrug, kantelen en uitkijkmazen in de muur. Midden 18e eeuw trokken verschillende vissers uit Lloret naar Spaans-Amerika, hetgeen officieel verboden was voor Catalonië door de Spaanse regering. In 1778 vaardigde koning Karel III van Spanje echter het Vrije Handelsdecreet uit, waarbij Catalonië weer zaken mocht doen met de overzeese koloniën in Amerika. Dit leidde tot een grote groei van de zeehandelsvloot en de bouw van 130 schepen op de werven van de plaats tussen 1812 en 1869. Tussen 1880 en 1920 verdween echter de handel met Amerika voor een groot deel en raakte Lloret geïsoleerd, doordat ze in tegenstelling tot het zuidelijker gelegen Blanes geen aansluiting had op de spoorlijn en daardoor zich er slechts weinig industrie kon ontwikkelen.
In het begin van de 20e eeuw kwam het toerisme op. Maar kort daarop begonnen de eerste problemen die leidden tot de Spaanse Burgeroorlog en die er samen met de Tweede Wereldoorlog voor zorgden dat het toerisme gedurende lange tijd nauwelijks kon worden ontwikkeld. Pas in de jaren 60 en 70, toen Franco het land openstelde voor het toerisme, kwam een enorme ontwikkeling op gang van het strandtoerisme en wordt het stadje in de zomermaanden verovert door de vooral de jeugd die hier letterlijk helemaal uit hun dak gaan. Omdat het strand ‘s nachts haast net zo druk is als overdag, met name vrijende stelletjes, heeft de overheid ertoe doen besluiten om sinds een aantal jaren in het hoogseizoen het strand ‘s nachts nat te spuiten en agenten in burger te laten patrouilleren.
inwoners: 76.170
Bij opgravingen is bewijs gevonden dat er 4000 jaar geleden al bewoning was op de plek waar nu Manresa ligt. Er is hier een Iberische nederzetting geweest van de 6e eeuw voor Christus tot de komst van de Romeinen. Na verschillende machtswisselingen groeit de stad behoorlijk tussen de 12e- en 14e eeuw. In de 12e eeuw had Manresa meer dan 500 Joodse families. De vijandigheid in Spanje van de christenen tegen de Joden kwam ook tot uiting in Manresa. In 1325 probeerden de christelijke inwoners van de stad te voorkomen dat de Joden hun Pascha brood konden bakken. Dit conflict liep zo uit de hand dat de Joden een beroep moesten doen op de koning voor bescherming. Uiteindelijk ontkwamen ook hier de Joden in 1391 niet aan de inquisitie en de meesten zouden (werden verplicht) het christendom aanvaarden. In 1492 verkochten de nog maar weinig overgebleven Joden hun bezittingen, voor een habbekrats, en vluchtten Spanje uit.De stadsmuren worden vergroot, de kathedraal wordt gebouwd en er wordt een nieuwe brug gelegd. Tijden de Spaanse Successieoorlog werd Manresa in 1713 getroffen door een brand, de helft van de stad verdween. Manresa bood heftige tegenstand aan de legers van Napoleon, maar liep daardoor ernstige schade op, veel gebouwen werden verwoest.
Voor Jezuïeten heeft de stad een bijzondere betekenis, omdat Ignatius van Loyola, de stichter van de orde, er rond 1523 verbleef en er de basis legde voor zijn geestelijke oefeningen, een van de basiswerken van de Ignatiaanse spiritualiteit.
inwoners: 7.409
Van de 4e- tot de 1e eeuw voor Christus waren er Iberische dorpen op berg Santa Barbara. Na de val van Rome en de invasie van de Moren in 711, werd een groot deel van het gebied geregeerd door verschillende Islamitische koninkrijkjes. Tijdens de Islamitische overheersing was er succesvolle landbouw en commerciële ontwikkelingen. De 10e- en 11e eeuw was een vreedzame periode waarin moslims, christenen en joden zonder grote problemen naast elkaar wonen en werkten. Aan deze periode kwam een eind ten tijde van de katholieke koning, wat er uiteindelijk voor zorgde dat de Moren en de joden het Iberisch schiereiland gedwongen moesten verlaten. In de 12e eeuw krijgt de het dorp zijn stadsrechten. Tijdens de tweede helft van de 14e eeuw raakte de stad in een periode van verval. Slechte oogsten en epidemieën waren het begijn van drie eeuwen recessie. Zoals zoveel steden had ook Montblanc veel te lijden onder de Catalaanse Burgeroorlog en de daaropvolgende Spaanse Successieoorlog. In de 18e eeuw herstelde de economie en is er een bloeiende landbouw en druiventeelt. Aan het eind van deze eeuw was de bevolking maar liefst met 300% gegroeid. Aan het eind van de 19e eeuw daalde de prijs van de wijn en was er een plaag veroorzaakt door de phylloxera, een druifluis. In 1947 wordt Montblanc tot Nationaal Monument verklaard en wordt er langzaan begonnen aan de restauratie van de vele oude gebouwen. Kenmerkend voor het stadje is de bijna volledig bewaarde stadsmuur en volgens de legende zou onder deze stadsmuur de draak door St. Joris zijn verslagen.
Montblanc is nu een prachtig plaatsje om te bezoeken en te dwalen door de vele middeleeuwse straatjes, een aanrader. Er is heel veel te zien, hieronder enkele monumenten en bezienswaardigheden;
Plaza Corona de Aragón 11, Poblet
Het Klooster van Poblet of het Monasterio de Santa Maria de Poblet is een Cisterciënzer klooster uit de 12e eeuw en is één van de grootste en meest complete abdijen van deze orde in Spanje. Het werd in 1151 opgericht door Cisterciënzer monniken uit Frankrijk. Sinds 1991 staat het op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Het wordt onder andere geroemd om zijn geschiktheid voor verschillende gebruiksdoelen (abdij, militair fort, paleis, pantheon) en zijn artistieke waarde. Binnen zijn grote verdedigingsmuren met kantelen en verdedigingstorens, in de 14e eeuw was het meer fort dan klooster, liggen meerdere koningen en koninginnen begraven uit het huis van Barcelona, Aragon en Castilië. Het is een indrukwekkend geheel en zeker een bezoek waard.
Er wonen nu nog zo’n 50 monniken in het klooster. In 2010 kreeg de abdij de hoogste Catalaanse onderscheiding, de Medalla d’Or de la Generalitat voor zijn culturele en historische staat van dienst.
MONESTIR DE MONTSERRAT
Montserrat is de naam van een berg en volgens overlevering is dit de belangrijkste en meest mysterieuze berg van Catalonië. Op de berg zijn het heiligdom en het Benedictijnse klooster van Montserrat gevestigd. De berg torent uit boven het in de omgeving vrij vlakke Catalaanse landschap, met de Sant Jeroni als hoogste piek (1236 m). Sinds de Catalanen, volgens de legende, het beeld van de Maagd Maria in de heilige grot Santa Cova zagen, is de berg omgeven geweest door spiritualiteit. Naast het klooster bevinden zich op de berg ook een aantal kleinere kerkjes en kapelletjes, waarvan sommige verlaten zijn.
De Maagd, die vanwege haar donkere kleur la Moreneta, Zwarte Madonna, genoemd werd, is een houten beeld in romaanse stijl uit de 12e eeuw. De kleur is het resultaat van de veroudering van de vernis door de tijd heen. De feestdag van de Maagd van Montserrat wordt gevierd op 27 april. De Maagd wordt beschouwd als de beschermvrouwe van Catalonië.
Het Benedictijnse klooster van Montserrat, uit de 11e eeuw, bevindt zich op een hoogte van 720 meter en staat bekend als bedevaarts- en toeristenoord. Ook is er een hotel gevestigd. Het klooster bevat een bibliotheek met bijna 300.000 werken, waaronder het 14e-eeuwse Llibre Vermell, een verzameling kinderkoorzangen (de oudste van Europa) en een museum waar zich werk van El Greco, Picasso en Salvador Dalí bevindt. In dit museum bevinden zich ook enkele schatten uit het Oude Egypte, waaronder een mummie.
Jaarlijks trekt het klooster en de berg in het algemeen veel toeristen, waardoor het behoorlijk druk kan zijn in de zomermaanden. Een wachtrij voor de Zwarte Madonna is dan ook heel gewoon. Je kunt ook naar het klooster met de kabelbaan van Montserrat, die vertrekt vanaf het station Aeri de Montserrat.
inwoners: 33.813
Olot ligt in een gebied met uitgewerkte vulkanen in het natuurpark Garrotxa. Over de eerste dagen van de stad is niet zoveel bekend, eigenlijk pas in de 10e eeuw wordt er over een dorp geschreven met twee kerken, de Santa Maria en San Esteban. In het begin van de 12e eeuw wordt de San Esteban te klein bevonden en wordt in de opdracht van de bisschop van Girona de Església de Sant Esteve gebouwd. In de 13e eeuw wordt er begonnen aan de bouw van een kasteel. Veel is er niet over van die periode. Een eerste aardbeving in 1427 en een nog zwaardere het jaar daarop verwoestte zowat de hele stad. Van de middeleeuwen zul je dan ook niet veel vinden in Olot. Gelukkig brachten de daarop volgende eeuwen, o.a. dankzij de textiel en handel, veel voorspoed en valt er nog genoeg te zien in Olot.
inwoners: 8.910
Puigcerdà werd in 1178 gesticht door koning Alfonso I van Aragon, Graaf van Barcelona. In de 12e en 13e eeuw wordt de stad versterkt met een stadsmuur met negen poorten. De stad liep zeer grote schade op tijdens twee branden in 1281 en 1309 en alsof dat nog niet genoeg was, was er ook nog een zware aardbeving in 1428 die wederom een gedeelte van de stad verwoeste.
De periode van 15e- tot de 17e eeuw was er een van achteruitgang en recessie, maar in de 18e eeuw was er een herstel die duurde tot de eerste helft van de 19e eeuw. De Spaanse Burgeroorlog was ook voor Puigcerdà een slechte tijd. In 1929 werd de spoorlijn geopend met een rechtstreekse verbinding naar Frankrijk. Na de sluiting van de spoorlijn bij Canfranc, is het de enige spoorlijn die Spanje en Frankrijk verbind dwars door de Pyreneeën. In de afgelopen jaren is de economie aangetrokken, mede dankzij het toerisme en de handel.
inwoners: 1.891
Erg mooi en leuk om te doen is in Ribes het spoortreintje te nemen dat je naar Núria voert. Een skilokatie in de Pyreneeën waar je alleen met trein of te voet kunt komen. Het eerste stuk is wel leuk maar niet zó veel boeiend, daarna begint echter de stevige klim. We maken gebruik van de enige tandradbaan in heel Spanje. Onderweg? Het ‘spoort’ door een adembenemend landschap. Het spoor loopt vaak op een smalle richel in het midden van een hoge rotswand. Voor sommige passagiers ietwat angstaanjagend zodat ze in het treintje liever aan de kant van de rotswand gaan zitten, voor de anderen net extra aantrekkelijk om een spectaculaire foto te maken.
Onderweg in de het treintje kun je de mooiste plaats schieten
Eénmaal boven vind je een voormalig klooster, met in het midden een kerk, een hotel, een restaurant en een soort fast-food. Verder is er een klein stuwmeer, kan je er paardrijden, wandelen, in de winter skiën, en nog een paar dingen. We waren er in de zomer, dus geen sneeuw en skiers, dus wij kozen voor een mooie wandeling. Erg leuk om te doen.
inwoners: 10.798
Het gebied rond Ripoll is een doorgangsgebied tussen de Pyreneeën en Catalonië op het kruispunt van de rivieren El Ter en El Freser. De eerste sporen van mensen die in het gebied woonden dateren van de Bronstijd. Deze mensen hebben dolmens opgericht waarvan er nu nog een aantal te vinden zijn in El Sot de Dones Mortes en in Pardinella. Van een latere periode zijn de graven uit de Romeinse en Visigotische tijd.
Ripoll is vooral bekend om zijn kerk, de Santa Maria de Ripoll, die gebouwd is in de romaanse stijl. De kerk is gesticht in 879 door Graaf Wifried I. Om het rijk gebeeldhouwde portaal van de kerk te beschermen tegen het alsmaar verder verweren is er recent een extra-portaal vóór gezet. Op het zelfde plein, Plaça de Abat Oliba, staat een tweede kerk, de Sante Pere waar het Museo Etnográfico y del Folclore in is gevestigd. Ripoll stond vroeger bekend om zijn vuurwapenindustrie.
Het oude centrum heeft een aantal leuke pleinen, maar het Plaça Sant Eudald is het meest interessant.
inwoners: 9.188
Solsona is bekend om zijn rijke culturele en historische erfgoed. Het romaanse beeld van de Mare de Deu del Claustre, de beschermheer van Solsona, is één van de belangrijkste bezienswaardigheden. Aan de bouw van de kathedraal werd al begonnen in de 10e eeuw en de belangrijkheid van de stad wordt onderstreept door de bouw van de stadsmuren die al in de 11e eeuw plaatsvond. Het meest belangrijke plein is het Plaza Mayor, waar elk jaar het grote feest Festa Major, een feest dat in de 18e eeuw al werd gevierd ter ere van de patroonheilige van de stad Mare de Deu del Claustre. Ook het jaarlijkse carnaval is groots, naar men zegt dat het één van de mooisten van Spanje is.
inwoners: 436
Talarn is nou typisch zo’n klein dorpje dat je maar zo voorbij rijdt, maar het is best wel leuk om dit oude middeleeuws aandoende dorpje even te bekijken, en het kost geen uren.
Talarn is een oud dorpje, het was een Keltische nederzetting en wordt al in de 11e eeuw beschreven. Het moet een belangrijk plaatsje zijn geweest, want ze kregen in 1370 toestemming van de koning om er beurzen en een markt te houden. Tijdens de 18e eeuw was het een favoriete plaats voor de adel en dat is nog steeds te zien aan de adelijke paleizen die her en der door het dorp zijn verspreid. De parochiekerk St. Martin, met een mooi barok orgel, werd in de 11e eeuw gebouwd, maar het meest van de kerk dat je nu kunt zien komt uit de 18e eeuw.
Vlakbij Talarn ligt de San Antoniodam, die werd gebouwd in het begin van de 20e eeuw. De omgeving is een prima vertrekpunt voor een bezoek wandeling in de bergen en een paradijs voor sportvissers. Gewoon een leuk klein dorpje en er is bij de kerk een leuk terrasje voor een kopje koffie, klein hapje of voor een kleine rustpauze.
inwoners: 272
De romaanse kerken van de vallei van Boí zijn uitgeroepen tot werelderfgoed door de UNESCO. Voorbeelden van die kerken zijn de Sant Climent en Santa Maria de Taüll en de Sant Joan de Boí. Deze kerken vallen op door hun typerende klokkentorens. Je moet er een stukje voor omrijden, het ligt aan een doodlopende weg, maar is zeker de moeite waard.
De kerk Sant Climent de Taüll, is een romaanse kerk uit de 12e eeuw is sinds 1931 een Nationaal Monument en staat sinds 2000 op de werelderfgoedlijst van UNESCO. De vierkante klokkentoren heeft zes verdiepingen en vanaf boven heb je een mooi uitzicht over het dorp. De romaanse fresco’s zijn schitterend, maar wel kopieën. De originele zijn veilig in het Museu Nacional d’Art de Catalunya in Barcelona opgeslagen. In de omgeving van Valle de Boí staan nog enkele van deze prachtige kerken met vierkante klokkentorens.
inwoners: 133.545
De stad die nu Tarragona heet, werd oorspronkelijk gesticht en bewoond door de Feniciërs, een volk afkomstig uit Kanaän. In de 2e eeuw voor Christus, tijdens de Tweede Punische Oorlog, kwam de stad in handen van de Romeinen en kreeg van hen de naam Colonia Iulia Urbfdses Triumphalis Tarraco, afgekort Tarraco. Het werd de hoofdstad van de toenmalige provincie Hispania Tarraconensis, die een groot gedeelte van het huidige Spanje omvatte. Uit deze periode staan nog veel bezienswaardigheden, zoals het iets buiten het centrum gelegen Romeins aquaduct (ook wel duivelsbrug genoemd) en het amfitheater dat plaats bood voor 14.000 toeschouwers. Ook zijn aanzienlijke delen van de oorspronkelijke stadsmuur te zien doordat deze nog steeds als buitenmuur van woningen dienen. Toen de stad werd ingenomen door Raymond Berenguer IV, de graaf van Barcelona, had de stad na jaren onder Moorse heerschappij te zijn geweest nog maar weinig inwoners. De stad bloeide in de komende jaren weer op en werd Tarragona weer een belangrijke stad. In 1348 was er een epidemie van de builenpest, die veel inwoners het leven kostte. Voortdurende aanvallen van piraten was de aanleiding om vestingen en verdedigingstorens te bouwen, waarvan nog enkele zijn te zien, en veel inwoners van de stad vluchten naar het binnenland. Elke keer als de stad weer opkrabbelde volgde wel weer een nieuwe oorlog, de opstand van Catalonië (1640), de Spaanse Successieoorlog (1701-1714), de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog (1808-1814), de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939), en allen hebben veel leed en schade aan de stad gebracht.
Tegenwoordig is Tarragona een havenstad, en een groot deel van de economische activiteiten is gebaseerd op (petro-)chemische industrie, waaronder een raffinaderij van de Spaanse oliemaatschappij Repsol. Tarragona heeft ook een universiteit, de Universitat Rovira i Virgili. De Romeinen hadden al in de dat de streek rondom Tarragona vanwege zijn zachte
klimaat uitstekend geschikt was voor de verbouw van wijn, zo zijn nog steeds de wijnen uit de regio Tarragona van hoge kwaliteit. De indrukwekkende paasprocessies die tijdens de Heilige Week (Semana Santa) plaatsvinden, zijn door de Catalaanse regering tot cultureel erfgoed bestempeld. Vlak bij Tarragona liggen de zeer toeristische badplaats Salou en een van de grootste pretparken van Europa, Port Aventura.
inwoners: 114
Verwacht niet teveel van Tavascan. Het ligt aan een doodlopende weg midden in de Pyreneeën, maar is een perfecte lokatie voor bergwandelaars. Het ligt ingeklemd tussen hoge bergen en een klein stukje verwijderd van Frankrijk en Andorra. Het hotel waar wij sliepen is simpel en de kamers zeer simpel, maar de mensen zijn echt vriendelijk en de keuken met streekgerechten meer dan prima. In het dorpje staan nog wat middeleeuwse huizen en een oude romaanse brug. Gewoon een lekkere plek om tot rust te komen.
inwoners: 33.992
In ca. 714 werd Tortosa veroverd door de Moslims op de Visigoten. De latere Frankische koning Lodewijk de Vrome voerde als koning van Aquitanië samen met Bera de graaf van Barcelona in 804, 808 en 809 verscheidene campagnes ter uitbreiding van hun gebied. Tortosa werd verscheidene malen aangevallen en belegerd. In 809 belegerde de Frankische troepen en die van Bera de stad voor veertig dagen. De nieuwe emir van Cordoba, Abd ar-Rahman II, trok op tegen de belegeraars. De islamitische historicus Al Maqqari schreef over een overwinning voor de moslims, terwijl de historicus Astronomus meldde dat de sleutels van de stad aan Lodewijk overhandigd werden die daarna weer vertrok.
Van ca. 1009 tot 1060 en van 1081 tot 1099 was de stad een zelfstandige taifa. De Almohaden, een berber dynastie uit Marokko, onder Abd al-Moe’min kwamen in 1145/1148 in bezit van Tortosa.
Op 31 december 1148, na een belegering van vijf maanden door graaf Raymond Berengarius IV van Barcelona en ridders uit onder meer Genua, Friesland, Vlaanderen en Engeland kwam de stad, dat ruim 4 eeuwen islamitisch was, aan het Koninkrijk Aragon.
In 1149 werd de stad tevergeefs weer door de Moslims belegerd. De vrouwen hielpen de stad verdedigen en graaf Raymond Berengarius IV van Barcelona stelde voor hen de “Orde van de Dames van Tortosa”, ook wel “Orden de la Hacha” genoemd, in. De stad had een bloeiperiode en het Moors kasteel werd omgebouwd tot een paleis. Nu een prachtige Parador National. Na de inval van Napoleon was de stad tot 1814 onderdeel van het Franse Keizerrijk. Tijdens de Spaanse Successieoorlog en de Spaanse Burgeroorlog had de stad veel te verduren. Vooral de bombardementen ten tijde van Franco hebben de stad veel schade toegebracht.
inwoners: 5.910
Tossa de Mar is één van de vele badplaatsen aan de Costa Brava en ligt aan een prachtige komvormige baai. Het is bij de jongeren minder populair dan bijvoorbeeld het zuidelijker gelegen Lloret de Mar of Blanes en daardoor heeft het veel van zijn oorspronkelijke karakter en charme behouden en geeft het een meer Spaans gevoel. Het middeleeuws aandoende centrum, met de resten van een oud kasteel, heeft met zijn kleine straatjes een gezellige sfeer.
Het heeft drie stranden, maar het mooist is toch wel het strand vlakbij het kasteel. Vanaf het strand kun je leuke boottochten maken naar verderop gelegen plaatsjes en er is ook een duikschool. Het oude dorp is bomvol met winkeltjes, terrasjes, cafeetjes, bars en gezellige restaurants.
inwoners: 6.288
Tremp is gelegen in de vallei van de rivier Noguera Pallaresa en is wat oppervlakte betreft de grootste gemeente van Catolnië.
Het historische centrum heeft middeleeuwse sporen, zeker op en in de buurt van het Plaza de la Creu, waar het stadhuis en de kerk van Santa María de Valldeflors staan. Tremp heeft nog een aantal verdedigingstorens die behoorden tot de oude stadsmuur.
De omgeving van Tremp, de uitlopers van de Pyreneeën, maakt het tot populaire vertrekplaats om te wandelen of bergbeklimmen. Om te rijden is de C13 van Tremp naar La Pobla de Segur een schitterende weg langs het Embassament de Talarn.
De omgeving van Tremp is adembenemend
inwoners: 41.647
Vic is een stad die al in de Romeinse tijd bestond, maar had toen een andere naam Ausa. De Visigoten gaven het de naam Ausona. Tijdens de 8e- en 9e eeuw lag het op de grens van het Moorse gebied en was vaak een doelwit van geweld. Zo ook in 788 toen de stad zowat volledig werd verwoest tijdens een belegering van de Moren. De stad werd maar voor een klein gedeelte hersteld en kreeg de naam Vicus Ausonensis, waar later de naam Vic uit zou voortkomen. In 878 werd de stad beheerst door twee partijen, de graaf van Barcelone en door Gotmar, de Bisschop van Vic. In de 18e eeuw was de stad één van de eersten die in opstand kwam tegen de politiek van koning Filips V van Spanje. Deze ontwikkelingen waren de aanleiding tot de Spaanse Successieoorlog. Eeuwenlang was de textielindustrie de belangrijkste bron van inkomen, maar tegenwoordig zijn dat de landbouw en de voedingsindustrie.
Het centrum van Vic heeft nog veel middeleeuwse gebouwen en een Romeinse tempel uit de 2e eeuw.
inwoners: 5.508
Vielha is in de winter veel drukker dan in de zomer, maar niet minder mooi. Het is prachtig gelegen tussen de machtige bergen van de Pyreneeën. Vroeger, voor de opening van de Tunnel de Vielha in 1948, was het in de winter vanuit Frankrijk niet te bereiken. Vanuit de Aran Vallei kun je hier mooie wandelingen maken en prachtige routes rijden met de auto op goede wegen. Het dorp zelf is een toeristen dorp met veel hotel, winkels, eetgelegenheden en gezellige terrasjes. Wij zijn hier al meerdere keren geweest en in drie zeer verschillende hotels, alle drie hebben 4 sterren. De Parador de Vielha is luxe, mooi en ligt prachtig (ver van het centrum), maar is niet goedkoop. Hotel Acevi Val d’Aran heeft mooie kamers, ligt aan de rand van het centrum en is wat prijs betreft een stuk voordeliger dan de Parador. Hotel Marvel Betrén ligt net buiten het centrum van Vielha, heeft luxe mooie kamers, een prima keuken en een redelijke prijs.
2003, Parador de Vielha
2008, Hotel Acevi Val d’Aran
2012, Hotel Marvel Betrén
-> terug naar de landkaart met de regio’s